Velsen komt prima uit de bus bij WMO, behalve op één punt
Velsenaren die aan een onderzoek over de WMO hebben meegedaan, zijn over het algemeen erg tevreden over de hulp die ze via deze Wet Maatschappelijke Ondersteuning ontvangen.
Dat blijkt uit een enquête die onder cliënten is gehouden. Het gaat daarbij om gebruikers van individuele voorzieningen zoals hulp bij het huishouden, rolstoelen, vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen en begeleiding
Cliënten zijn positief over de hulp die ze krijgen, 81 procent noemt de kwaliteit goed en 83 procent zegt zich beter te kunnen redden door de ondersteuning. Ruim driekwart van de ondervraagden (78%) wist waar ze terecht kon om deze voorzieningen aan te vragen.
Kanttekening
De Velsense WMO-raad die de cliënten vertegenwoordigt, plaatst kanttekeningen bij deze cijfers als om een reactie wordt gevraagd. Voorzitter Jan Stringer: ,,Het gaat ook om mensen die niet reageren. Hoe zit het bijvoorbeeld met de zorgmijders, mensen die helemaal niet om hulp vragen en zelfs afwijzen. Gegeven de omstandigheden, ben ik niet ontevreden. De gemeente kreeg te maken met bezuinigingen en nieuwe regelingen. Iedereen zet zich in, maar dat betekent niet dat alles op rolletjes loopt.’’
Ondersteuning onbekend
Op één onderdeel schiet de gemeente echter te kort. Slechts 25 procent van de ondervraagden bleek te weten dat ze zich bij de zogenoemde keukentafelgesprekken mag laten helpen door een onafhankelijke ondersteuner.
Deze gesprekken worden bij de mensen thuis gevoerd en daarin wordt gekeken welke hulp nodig is, en of dat via een WMO-voorziening moet worden geregeld of dat het anders opgelost kan worden, bijvoorbeeld via familie. De gemeente Velsen heeft zich de onbekendheid aangetrokken en gaat een speciale folder maken met uitleg over de cliëntondersteuning. Dat moet in klare, duidelijke taal volgens de WMO-raad.
Het onderzoek naar de ervaringen van WMO-cliënten is een wettelijke jaarlijkse verplichting voor gemeenten. Het onderzoeksbureau i&o research onderzocht de Velsense klanttevredenheid over het jaar 2015. Daarvoor benaderde het bureau 1000 mensen. Daarvan stuurde ongeveer de helft (49%) de vragenlijst ingevuld terug. Volgens een woordvoerder van het researchbureau is de groep die antwoordde nog steeds representatief te noemen want in samenstelling, bijvoorbeeld in leeftijd, niet verschillend van het geheel.
Veel meer vrouwen maken gebruik van de WMO dan mannen. De verdeling was 66 procent om 34 procent.
De meesten van hen zijn ouder dan 74jaar (57%), 30 procent was tussen de 55 en 74. Slechts 13 procent was jonger dan 55 jaar.
De ondervraagden waren eveneens tevreden over het contact met de gemeentelijke ambtenaren. De hulpvragers voelden zich door de ambtenaren serieus genomen en 73 procent van de mensen zegt dat er in het gesprek samen naar oplossingen is gezocht. Uit onderzoek van de FNV naar besteding van WMO-geld aan huishoudelijke hulp, kwam Velsen onlangs ook goed uit de bus.