HartVeilig Velsen komt traag op gang

Velsen

Jaarlijks krijgt een op de duizend mensen een hartstilstand. Omdat elke seconde telt, hoopt Hartveilig Wonen burgers in te schakelen om zo snel mogelijk te reanimeren. Een levensreddend plan, maar wel een dat moeizaam in Velsen op gang komt.

,,Bedrijven staan niet te springen om hun AED buiten openingstijden beschikbaar te stellen”, merkt Henk Scheltinga, projectleider Hartveilig Velsen, op. Het plan is om Velsen in 28 zones op te delen met een straal van een kilometer. Op deze manier ontstaan er 6-minutenzones waarin burgerhulpverleners binnen zes minuten ter plaatse kunnen zijn. Vereisten: 28 beschikbare AED’s en minimaal 560 Velsenaren die zich bij het omroepsysteem aanmelden.

Op beide punten valt er nog een hoop te winnen.

,,Op dit moment is er nog geen enkele AED die 24/7 beschikbaar is. We hebben een rondgang langs bedrijven gehad maar krijgen vooral een ’nee’. De besluitvorming duurt lang of we krijgen niet de ware reden te horen waarom bedrijven hun AED niet in een buitenkast voor iedereen beschikbaar willen stellen. We proberen het aantrekkelijk te maken door de onkosten weg te nemen. Toch heb ik het idee dat er een angst is dat als puntje bij paaltje komt bedrijven denken dat ze er dan toch gedoe van hebben.” Komende tijd hoopt Scheltinga die zorgen nog weg te kunnen nemen zodat alle AED’s na de zomer beschikbaar zullen zijn.

Weinig

Daarnaast hebben nog te weinig Velsenaren zich als vrijwilliger gemeld om opgeroepen te worden wanneer er iemand in hun zone een hartstilstand krijgt. Wie zich aanmeldt, ontvangt bij een 112-melding een sms of app. Degene die op dat moment kan en wil reanimeren, reageert. ,,Van de patiënten die door reanimatie nog te redden zijn, is zestig procent van de hulpacties succesvol.

Een ambulance heeft een aanrijtijd van ongeveer tien minuten, bij een hartstilstand doet elke seconde ertoe. Hoe eerder iemand er is om te reanimeren, hoe beter.”

Een vraag die Scheltinga afgelopen week nog tijdens de wijkplatformvergadering van de IJmuidense Duin- en Zeewijk te horen kreeg, is of de burgerhulpverlener verantwoordelijk kan worden gehouden wanneer iemand ondanks de reanimatie toch sterft. Daar heeft hij een eenduidig antwoord op: ,,Een burgerhulpverlener valt nooit iets te verwijten.” Daarnaast wijst hij op de nazorg die beschikbaar is na een reanimatie. Maar vooral adviseert hij: Ga er na afloop met elkaar over praten.”

Zie voor meer informatie: www.HartveiligWonen.nl

Meer nieuws uit IJmond

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.