NS wil naast woningen en kantoren ook meer voorzieningen bij stations
Voor de NS is het essentieel dat rond stations niet alleen meer woningen komen, maar ook kantoren en voorzieningen zoals scholen en gezondheidsinstellingen. ,,Anders rijden we op teveel routes en tijdstippen met vrijwel lege treinen’’, vreest Heike Luiten, regiodirecteur van de NS.
Bouwen rond stations in plaats van in de weilanden rond de steden stond donderdag ter discussie tijdens een debat op de vastgoedbeurs Provada. ,,We steken in Nederland miljarden in het openbaar vervoer. Dan moet je daar ook meer rendement uit halen’’, vindt Erwin van der Krabben, hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de Radboud Universiteit. ,,Stationslocaties zijn nog onderbelicht. Daar is veel meer mogelijk. Vaak is de achterzijde van het station een onderbelicht gebied.’’
Ruilen
NS, gemeenten en provincies zijn in die ontwikkeling belangrijke partijen, maar stuiten rond stations vaak op veel eigenaren van gronden en panden. Dan is het lastig om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen en voor een groot gebied een plan te maken. Nog los van de vraag wie de voortrekkersrol moet vervullen. De hoogleraar ziet daarbij als oplossing de aanpak in de landbouw: ruilverkaveling. In Nijmegen wordt dat als proef al toegepast.
Bij NS werkt men graag mee, niet alleen omdat er dan meer passagiers komen, maar ook omdat NS zelf gebouwen heeft. Het nieuwe beleid van de provincie Noord-Holland waarbij gemeenten minimaal vijftig procent van de nieuwbouw woningen rond openbaarvervoer knooppunten moeten neerzetten, vindt Luiten prima. ,,Maar dan wel met een visie voor een hele corridor, zoals de Zaanlijn of de Kennemerlijn. Gemeenten moeten hun plannen immers op elkaar afstemmen en voorzieningen moeten worden gespreid. Anders rijden we in de ochtend met volle treinen van Alkmaar naar Amsterdam, terwijl ze de andere kant op vrijwel leeg zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de daluren. Daarmee kunnen wij niet rendabel rijden’’, legt de NS-directeur na afloop van het debat uit.
Scholen
De Noord-Hollandse gedeputeerde Tjeerd Talsma heeft alle begrip voor de wens van de spoorwegen. ,,Zeker wanneer wij op bepaalde trajecten hoogfrequent vervoer willen. Maar wij kunnen vooral sturen op woningbouwlocaties en de kantorenmarkt. Voorzieningen als ROC’s en Hogescholen zijn lastiger. Maar we kunnen ze wel verleiden met aantrekkelijke plekken zoals de scholencluster in Overveen. In Alkmaar is een plan voor een nieuw station, maar er is nog een heel stationsgebied waar we mee aan de slag kunnen.’’
Tijdens het debat werd voorgesteld om niet meer te praten over openbaar vervoerknooppunten, maar om het woon-werk hotspots te noemen: gewoon aantrekkelijke gebieden om te wonen en werken.