Velsense woonbooteigenaar stapt weer naar hoogste bestuursrechter
De Velsense woonbootbezitter Stefan Frenkel probeert komende donderdag bij de hoogste bestuursrechter in Nederland alsnog zijn gelijk te halen in een slepend juridisch conflict om een ligplaats voor zijn ark in Zijkanaal B.
De gemeente Velsen weigert al jaren om Frenkel toestemming te geven voor die felbegeerde ligplek. De woonbooteigenaar stapte daarom in 2014 al naar de bestuursrechter in Haarlem. Die rechter vond dat Velsen haar vergunningweigering onvoldoende had gemotiveerd. Frenkel ging in hoger beroep en meldt zich dus deze week bij de Raad van State in Den Haag.
Een loting om vijf nieuwe ligplaatsen in Zijkanaal B, acht jaar geleden. Daarmee is het conflict tussen Frenkel en de gemeente Velsen begonnen. Rijkswaterstaat - eigenaar en beheerder van het kanaal - gunt Frenkel een van de woonbootplekken. In 2010 meert hij zijn ark daar af, om deze vervolgens te verhuren.
Hij wil pas later op de boot gaan wonen. Enige tijd daarna krijgt Frenkel het aan de stok met buren, die blijkbaar het oog hebben laten vallen op een stuk grond van hem. Dit geschil wordt uiteindelijk ook uitgevochten bij de Raad van State, die de woonbooteigenaar in het gelijk stelt. Maar opeens mengt Velsen zich in het gedoe.
Vier personen zouden de gemeente hebben gevraagd in actie te komen, omdat de ark van Frenkel illegaal - in strijd met bestemmingsplanregels - in Zijkanaal B zou liggen. Velsen beslist daarom dat de woonbootbezitter een zogenoemde omgevingsvergunning moet aanvragen.
In 2013 krijgt Frenkel via Rijkswaterstaat te horen dat de gemeente Velsen geen vergunning wil afgeven. Daardoor moet hij weg uit het kanaal. Maar drie jaar later geeft de woonbooteigenaar zich dus nog altijd niet gewonnen.
’Onbehoorlijk’
Op de vraag hoe Rijkswaterstaat anno 2016 tegen de kwestie aankijkt, kan een woordvoerster geen antwoord geven. De dienst liet zich eerder in niet mis te verstane bewoordingen uit over de houding van Velsen.
In een lange brief leverde Rijkswaterstaat drie jaar geleden forse kritiek. De gemeente zou onderling gemaakte bestuurlijke afspraken hebben geschonden en in strijd handelen met haar eigen beleid. Daardoor maakte Velsen zich schuldig aan onbehoorlijk bestuur, aldus de dienst.
Ook zou de gemeente in het geschil met Frenkel aantoonbaar in strijd met het gelijkheidsbeginsel hebben gehandeld.