De stichting houdt elk jaar een wintertelling waarbij zoveel mogelijk vrijwilligers worden opgeroepen om de vogels te gaan tellen. Die telling was dit weekend. Zo wordt gekeken hoe het met de vogels gaat en of er een trend te ontdekken is in hun overwintergedrag.

In Noord-Holland zijn er dit weekend zo’n vijftig ooievaars geteld, laat voorzitter Arda van der Lee uit Ankeveen weten. Vorig jaar was dat aantal ongeveer hetzelfde. De meeste ooievaars zijn in de wijde omgeving van Amsterdam gespot. In de omgeving van Alkmaar en Medemblik telden de vrijwilligers er vier. ,,In het noorden van Noord-Holland zitten ze nog niet zo vaak, maar daar kan verandering in komen.’’

Ze houdt een kleine slag om de arm, omdat vanwege het slechte weer er minder mensen zijn gaan tellen. ,,De echte vogelaars laten zich natuurlijk niet tegenhouden, maar ik denk wel dat er minder mensen geteld hebben.’’

In de Gooi en Vechtstreek zijn er zo’n 23 ooievaars geteld. Ook dat aantal bleef ongeveer gelijkt.

In heel Nederland zijn er zo’n 500 geteld, vorig jaar waren dat er 100 meer.

Niet elke ooievaar trekt tijdens de koudere maanden weg. Wanneer ooievaars in Nederland blijven, of toch naar Spanje, Portugal of Afrika gaan, hangt van het dier af, aldus Van der Lee. ,,Daarnaast zien we dat jonge ooievaars vaak nog wel vertrekken, maar dat de oudere vogels hier in Nederland overwinteren.’’ Het lagere aantal, zegt dus niet alles. ,,De extreem droge zomer kan er ook mee te maken hebben.’’

In heel Nederland zijn er ruim 500 ooievaars geteld. In de zomer zijn dat er meer dan 1000. Volgens Stork is het belangrijk om de ooievaars in de gaten te houden. Eind jaren ’60, begin jaren ’70 waren de vogels nagenoeg uitgestorven in Nederland. Door een speciaal herintroductieprogramma, waarbij vogels uit Oost-Europa zijn gehaald om hier te nestelen, is de ooievaar nu weer in Nederland te vinden.