Column: Hoe ik voor heel even de stadionspeaker van Telstar werd
Als verslaggever van Telstar ben ik inmiddels wel wat gewend. In de kelder van het betaalde voetbal krijg je me niet zo snel meer gek. Niet zelden wordt er namelijk een beroep gedaan op je improvisatievermogen.
Bij FC Dordrecht tril je als journalist zowat uit het pershok door het optreden van de volkszanger in de naastgelegen businessruimte.
Bij PSV werd ik eens aangezien voor inbreker en bij Helmond Sport weigerde een beveiliger me naar de persruimte te laten gaan omdat ’ie vond dat ik ongeduldig en brutaal was. Bij TOP Oss trok ik een keer de verkeerde deur open en stond ik ineens in de openbare gymzaal van de gemeente.
Bij Telstar zelf is het ook nooit saai. Zoals elke oefenwedstrijd zit ik ook tijdens het drieluik Telstar - Odin ’59 - DEM op de perstribune naast Marja Korbee. Marja, ook wel Miss Telstar genoemd, gaat voor de club het hele land door. Naast fan is ze ook webmaster, archivaris, gastvrouw en tijdens de oefenwedstrijden zelfs stadionspeaker.
Maar ook Marja is gewoon een mens. En gewone mensen, die moeten weleens naar de wc. Ook tijdens de wedstrijd. ’Ik houd het niet meer, neem jij het even over’, zegt ze wijzend naar de microfoon. Mijn antwoord wacht ze niet af. Verbijsterd staar ik naar het veld, vurig hopend dat er niet wordt gescoord.
Nog geen twee minuten later is het raak. DEM scoort. Paniek. Ik heb geen idee hoe de beste speler heet. Snel kijk ik op het lijstje namen. Was het nou nummer acht of nummer negen? Twijfelend pak ik de microfoon. ’DEM...eh...scoo...eh..rt....doelpunt van..eh...Timo...Wolters.”