Lezersoproep: getuigen van de oorlog gezocht
Groepsfoto van de met kartonnen hoeden getooide kinderen bij het bevrijdingsfeest in Zaandam in 1945.© Collectie Cees Dijkers
Driekwart eeuw geleden kwam de Tweede Wereldoorlog ten einde. Dat betekent dat er steeds minder mensen onder ons zullen zijn, die van deze donkere periode kunnen getuigen. De krant wil in gesprek komen met deze ’getuigen van de oorlog’, om hun verhalen vast te leggen en in de aanloop tot Bevrijdingsdag 2020, waarop ons land 75 jaar vrijheid viert, te publiceren. De oorlog bepaalde de levens van velen door de impact van grootschalige gebeurtenissen als vervolging, bombardementen, gevechten, honger en onderdrukking. Maar ook kleine, persoonlijke ervaringen kunnen een leven lang zijn bijgebleven. U kunt er melding van doen per e-mail op nieuwsdienst@hollandmediacombinatie.nl
Als voorbeeld van zo’n herinnering het woord aan Cees Dijkers uit Zaandam. ,,We waren bevrijd en we hadden niks en we zagen niks.” Cees Dijkers was tien jaar ten tijde van de bevrijding. Hij weet nog wel dat hij vooraan stond, toen een militaire colonne richting Alkmaar reed over de Provincialeweg. „Ik heb verder geen idee meer, echt niet, van wat zich in die dagen afspeelde. We waren wel allemaal blij dat we bevrijd waren.”
Cees Dijkers heeft zijn bevrijdingshoed nog steeds.© Peter Schat
Als tastbare herinnering heeft Dijkers de feesthoed bewaard die hij droeg bij de kinderspelen op het oude KFC-terrein in Zaandam. Dat lag op de plek waar nu de A8 de provinciale weg kruist en waar onder het viaduct een supermarkt is gevestigd. Met andere Zaanse kinderen staat hij op de foto, ze dragen allemaal kartonnen en papieren hoeden. Op die van Dijkers zijn bonkaarten geplakt.
Groepsfoto van het bevrijdingsfeest op het oude KFC-terrein in Zaandam.© Collectie Cees Dijkers
De foto’s zien er feestelijk uit, er is niet aan af te zien dat diezelfde ochtend in Zaandam het jongere broertje Jan van Dijkers is begraven. „Hij was drie of vier jaar oud. Overleden aan iets met zijn maag. Achteraf denk ik, tekort gekomen in de Hongerwinter. Mijn vader vond desondanks dat ik naar het bevrijdingsfeest moest gaan ’s middags. De foto’s heb ik nog, maar wie de andere kinderen zijn weet ik niet en wat voor spelletjes we speelden evenmin.”
Van de Hongerwinter herinnert Cees zich, dat hij er met een gulden op uitgestuurd werd om bij boeren in de Wijdewormer melk te halen. Hij maakte een grote ronde op de fiets en kwam dan met vier flessen melk terug. „We voetbalden op het pleintje van de Leonardoschool. Omdat om vijf uur de spertijd inging, voetbalden we door tot klokslag vijf uur. En holden dan allemaal naar huis.” De oorlog ’is een beroerde tijd om school te hebben’, zegt Dijkers, wiens vader onderwijzer was. „De school was gevorderd door de Duiters, die er mensen met gebroken armen en benen onderbrachten. Wij hadden les in huiskamers enzo, zo werd het een beetje opgevangen. Ik weet dat ik ook wel moest lopen naar de hervormde kerk in Zaandijk, waar we les kregen in de consistorie.”
De bonnen op de hoed© Peter Schat
Met een andere broer zeefde hij de grond achter de Duyvisfabriek, op jacht naar kolen. „Dan nam ik wel een handje goede kolen mee naar huis.” Van de gesloopte spoorlijn die daar liep namen hij en z’n broer eens een complete biels mee. „Die brachten we naar vrouw bij ons in de buurt, die er een kwartje voor gaf.”
De vaderlandse driekleur ontbrak niet op de hoed.© Peter Schat