Commentaar: salafistische weekendscholen horen niet thuis in de polders van gelijkheid

GerBen van ’t Hek

Religieus fanatisme betekent het ondermijnen van een vrije en verdraagzame samenleving. Salafistische leerprogramma’s die juist onverdraagzaamheid prediken bij jonge kinderen vormen daarom explosief zaaigoed voor democratie ontwrichtende problemen.

Onderzoek van Nieuwsuur en NRC onthulde wat er achter de maskerade van ’bijles’ daadwerkelijk wordt gedoceerd op een aantal islamitische weekendscholen met salafistische signatuur en dito financiering. Kinderen vanaf zes jaar wordt geleerd, geïndoctrineerd mag ook, dat ’ware’ moslims leven volgens de ’pure’ islam. De westerse maatschappij met al zijn verworvenheden en gelijkheid voor allen is slecht, en geen enkele verdraagzaamheid is geoorloofd jegens andersgelovigen.

Het verweer dat salafisten geweld zoals het stenigen van homo’s of vreemdgangers weliswaar met de mond belijden maar niet praktiseren, ontdoet zowel de beweging als het onderwijs niet van een extremistische inslag. Ook dreigen heeft een haatzaaiend en ontwrichtend karakter, en hoort niet thuis in de de polders van gelijkheid.

Dat daarom grenzen aan de godsdienstvrijheid moeten worden gesteld - precies daar waar geweld begint - is een offer dat Nederland moet brengen. Ook als dat betekent dat met nieuwe wetgeving particuliere bijlesprogramma’s onder de onderwijsinspectie moeten worden gebracht. En het Openbaar Ministerie dient te onderzoeken of tot strafrechtelijke vervolging moet worden overgegaan.

Immers, zolang vrijheid van religie louter als onaantastbaar goed wordt gekoesterd, woekert er religieus fanatisme door de democratie.

Meer nieuws uit Opinie-Column

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.