Column Maaike van der Plas: ’Ik herinner me liever oma Wub’
Maaike van der Plas werkt als basisarts in het Leids Universitair Medisch Centrum, waar ze wordt opgeleid tot neuroloog. Ze schrijft om de week op deze plek over haar ervaringen en zielenroerselen.
Ze heette Wubbechien, een naam die je vandaag de dag niet vaak meer hoort, en ik – Maaike Chiene – ben naar haar vernoemd. Voor mij was ze altijd oma Wub. Ze werkte, zoals opvallend veel mensen met wie ik mijn genen deel, bij de krant (de Nieuwe Leidsche Courant) en daar ontmoette ze mijn opa.
Hij maakte haar het hof met een briefje in de bovenste lade van haar bureau. Toen ze trouwden in 1957, moest ze haar functie als administratief medewerker opgeven en bleef alleen mijn opa, als journalist en redacteur, voor de krant werken.
Mijn moeder is de oudste van haar drie kinderen en uit haar verhalen heb ik oma Wub het best leren kennen. Een lieve vrouw, intelligent, soms ook een beetje gek. Iemand die fanatiek met haar kinderen kon voetballen in de gang met een sponsballetje.
Die in een overdreven Leids accent kon praten met haar zus. Die zich een keer, samen met mijn moeder, onder de vensterbank verstopte voor een vervelende bezoeker die voor de deur stond, en net iets te vroeg weer bovenkwam. Die nooit aarzelde als zij iemand simpelweg kon helpen.
Mijn eigen herinneringen zijn spaarzamer, maar niet minder warm. Samen de eendjes voeren op vrijdagmiddag als ze kwam oppassen op mij en mijn broertje. Op bezoek in Leiderdorp altijd een bokkenpootje krijgen, uit een ronde trommel met een zwaan erop. Ik herinner me haar gelach toen ik – met alle tact van een zesjarige die het ook even niet meer weet – in de auto van de rouwstoet op weg terug van het graf van mijn opa vroeg wat we die avond zouden gaan eten.
,,Zou je iets kunnen schrijven over alzheimer?’’ was het verzoek van de redactie deze week. En dat had ik kunnen doen. Over hoe oma Wub op een gegeven moment mij eerst bij de naam van mijn moeder, toen van mijn tante, toen van mijn nichtje noemde en het daarna pas goed had, en hoe we dat in het begin nog grappig vonden. Over het dwalen over straat en hallucinaties.
Over het meest deprimerende verpleeghuis op aarde waar we haar moesten achterlaten op een gesloten afdeling en zij alles verloor wat een mens een mens maakt.
Nee, ik schrijf niet graag over alzheimer. De neurologie kent vele verschrikkelijke aandoeningen, maar voor mij is dit de wreedste. Ik herinner me liever oma Wub.