Analyse: Nederlandse handbalvrouwen bekronen proces van de lange adem met WK-goud. Nog één missie te gaan...

De Nederlandse handbalsters kunnen als wereldkampioenen hun geluk niet op en vieren het winnaarsfeestje.© Foto EPA/Hiroshi Yamamura

Marco Knippen

Het alleenrecht hebben ze niet meer, maar de handbalsters waren de eerste ’meiden met een missie’. De wereldtop bestormen, was het doel dat ze al voor de eeuwwisseling formuleerden. Het werd een proces van de lange adem, dat zich sinds het doorbraakjaar 2015 uitbetaalt en zondag met WK-goud werd bekroond.

Lees ook: Noord-Hollands getint handbalteam wereldkampioen na zege op Spanje in finale [video]

De prijzenkast puilt inmiddels uit: vice-wereldkampioen in 2015, de nummer twee van Europa in 2016, brons op het WK van 2017 én het EK van 2018, en nu dus de overtreffende trap met de wereldtitel. Plus tussendoor ook nog eens vierde tijdens het debuut bij de Spelen in 2016 in Rio de Janeiro. Geen enkele rivaliserende ploeg behaalde dat rendement. Olympische roem zou komende zomer het droomtraject afronden.

Natuurlijk, het is de ’nieuwe generatie’ die aan het oogsten is geslagen, maar het succes voert terug op het zaadje dat Bert Bouwer in 1996 plantte. Destijds lanceerde hij het ’Oranje-plan’ – het concept dat was geïnspireerd op het ’Bankras-model’ van de volleyballers, de olympisch kampioenen in datzelfde jaar.

Wat Bouwer als bondscoach initieerde, Sjors Röttger vervolgens verfijnde, Henk Groener effectueerde en Helle Thomsen professionaliseerde, vervolmaakte Emmanuel Mayonnade.

En is tevens het uitvloeisel van de door Harrie Weerman en Monique Tijsterman in 2006 opgerichte Handbalacademie op Papendal, het nationaal sportcentrum waar het gros van de huidige lichting internationals eerst rijpte alvorens in het buitenland als prof aan de slag te gaan.

Dat het vijf jaargangen duurde voordat de hoogste trede werd beklommen, had alles te maken met de leerschool die werd doorlopen. Finales van grote toernooien kennen nu eenmaal een andere dimensie – zeker als gespeeld wordt tegen een grootmacht als Noorwegen, de Angstgegner in de periode van opmars en welslagen.

Dat Noorwegen bij dit WK voor de eerste keer in twintig jaar werd verslagen, gold als de voorbode van het proces van volwassenwording. En dat Spanje in de finale van een illusie werd beroofd, had eveneens symbolische waarde.

In 2012 werd Nederland immers nog door Spanje van de eerste deelname ooit aan de Spelen afgehouden, als gevolg van een pact dat met Kroatië werd gesloten: onsportief handjeklap werd Oranje destijds bij het olympisch kwalificatietoernooi fataal.

Met de in de slotseconde gecomponeerde revanche (30-29) voorkwamen de Nederlandse handbalsters dat dit doemscenario zich acht jaar na dato zou kunnen herhalen. Want als kersverse wereldkampioen verzekerde het homogene collectief zich van een hernieuwd olympisch optreden met hoog verwachtingspatroon.

Meer nieuws uit Sport

Meest gelezen