Rive was jarenlang werkzaam als chefkok bij restaurant De Bokkedoorns in Overveen, dat twee Michelinsterren kreeg. In 2013 opende hij in Hoorn, de plaats waar hij werd geboren en getogen, het restaurant Lucas Rive. Dit restaurant werd eveneens beloond met een Michelinster.

Volgens de culinaire vereniging waren het echter niet de sterren die telden voor Rive, maar de waardering van de klanten. „De belangrijkste prikkel blijft de tevredenheid van de gast, maar het is ook belangrijk om af en toe op deze manier een schouderklopje te krijgen. Het prikkelt je om op niveau te blijven”, zei Rive ooit.

(Tekst gaat verder onder de foto)

Eind oktober steeg zijn restaurant op de nieuwe ranglijst Lekker 500 een plek naar nummer 18. „Er komt ontzettend veel nieuw talent bij in de restaurantwereld, daarom ben ik ontzettend trots en blij met deze notering”, zei Rive toen.

Rive stond 27 jaar achter de kachel van De Bokkedoorns in Overveen. Daar wist hij gedurende 22 jaar lang twee Michelinsterren te behouden. In de haven van Hoorn opende hij samen met zijn vrouw Deborah in 2013 het restaurant dat zijn naam droeg. Vijf maanden later kookte hij ook daar met een ster.

Afwasser

Op veertienjarige leeftijd begon Lucas als afwasser in de keuken van een restaurant in Hoorn, de plaats waar hij ook is geboren en getogen. Al snel mocht hij helpen bij het maken van de voorgerechten. „Ik zat op de Hubertus Vakschool in Amsterdam voor de opleiding kok/kelner. Daarna ging ik het leerlingstelsel in, één dag school en de rest werken.”

De jonge Lucas kon niet bij de minste aan de slag, want zijn eerste officiële leerbedrijf was De Oude Rosmolen van twee sterrenkok Constant Fonk. „We kwamen er wel eens eten, misschien dat dat heeft geholpen om daar te mogen werken.”

Weekendje weg

Toen Lucas in 2013 de stap maakte en met zijn vrouw Deborah een eigen restaurant opende, had hij gehoopt wat meer vrije tijd te hebben.

In een interview met deze krant in 2016 zegt hij daarover: „Ik dacht dan wel eens op zondag bij het voetbal te kunnen gaan kijken. Maar nee, er is altijd werk.”

Niet dat hij er spijt van heeft, want „mijn werk is het leukste wat ik doe.” En als hij nou een miljoenenprijs zou winnen? „Dat zou ik daar heel blij mee zijn”, antwoordt hij nuchter. „Ik zou er wat van opzij zetten en de rest gebruiken om het leven te veraangenamen, maar stoppen met mijn werk? Nee, ik blijf wel achter die kachel staan.”

Hoewel, als hij even nadenkt komt er toch nog iets. Nee, niet stoppen met zijn vak. Dat voorlopig zeker niet, verzekert hij ons. ,,Ik zou dan wel een lang weekend naar San Sebastian willen. Ik ben daar twee keer geweest en het is zo geweldig daar. Of je er nou in een sterrentent eet of in een gewoon restaurantje, alles is er lekker en heeft kwaliteit. Dat is heel relaxed."