,,Veel horecaondernemers zagen dit wel een beetje aankomen’’, zegt Hildo Makkes, voorzitter van de Haarlemse afdeling van Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Eerder deze maand kondigde premier Rutte aan dat de terrassen open konden als de besmettingscijfers niet al te zeer zouden stijgen. ,,Dat gaf een klein sprankje hoop, maar veel ondernemers vroegen zich ook af of het niet gewoon verkiezingspraat was.’’

Toch zette Ruttes opmerking bij een aantal ondernemers wel degelijk iets in gang, merkte Makkes om zich heen. Zo bestelden sommige horecagelegenheden toch alvast maar bier. ,,Want om je zaak enigszins te bevoorraden, heb je echt wel twee weken nodig.’’

Als de terrassen met Pasen weer open hadden gemogen, was het volgens Makkes wel de vraag geweest: hóe. ,,Wat waren dan de spelregels geweest? Alleen je terras openen, terwijl je zaak dicht moet blijven: dat is zo vanuit theorie bedacht. Daar zitten zoveel haken en ogen aan. Mogen mensen dan wel binnen naar het toilet? Mogen ze wel aan de bar iets bestellen? Wat doe je als het te koud wordt op het terras? Moet je dan gasten wegsturen die net aan hun drankje zitten?’’

De gastvrijheid, waar het in de horeca om draait, had volgens hem wel eens in het gedrang kunnen komen bij zoveel beperkingen. ,,In de horeca wil je maar een ding: mensen een leuke tijd geven, zorgen dat ze ontspannen kunnen genieten.’’