Looptrainer van Cruijff en ontdekker van ’Cruijff van het hockey’ De Nooijer, Cees Koppelaar, op 81-jarige leeftijd overleden
Cees Koppelaar.© Archieffoto United Photos/Remco van der Kruis
Cees Koppelaar is afgelopen maandag in zijn woonplaats Akersloot overleden. De markante persoonlijkheid, voormalig coach van de atletiekunie en de hockeybond, gaf grootheden als Johan Cruijff, Marco van Basten, Teun de Nooijer en Floris Jan Bovelander looptraining. Koppelaar is 81 jaar geworden.
Hij was een vrij goede atleet en een sierlijke loper. Als 800-meterloper en lid van de estafetteploeg 4x400 meter kwam hij begin jaren zestig zelfs uit voor de nationale ploeg.
Koppelaar zou vooral naam maken in het trainersvak. In eerste instantie in de atletiek, zijn sport. Koppelaar ging in Amsterdam aan de slag bij Sagitta op het Olympiaplein. Sagitta was de club van Jan Blankers, de man van Fanny Blankers-Koen. Het was Blankers die Koppelaar aanbeval bij Ajax-trainer Rinus Michels.
Pionnetje
In Amsterdam-Oost werkte Koppelaar met onder anderen Ruud Krol, Arie Haan, Sjaak Swart, Piet Keizer en Johan Cruijff. Een beroemde anekdote, veelvuldig door de looptrainer zelf verteld, was die keer dat de Ajacieden na een training een paar rondjes moesten uitlopen.
Koppelaar, ogen in de rug, zag dat Cruijff het verste pionnetje een stuk dichterbij zette. Toen Cruijff na de training gniffelend zijn kicksen wilde uitrekken, kwam Koppelaar de kleedkamer binnengewandeld. Of Cruijff ’even’ het pionnetje op de goede plaats wilde zetten.
Jarenlang zou Koppelaar aan de Amsterdamse Middenweg te vinden zijn. Daarnaast was hij bij de KNAU ook bondscoach van de middenafstand-lopers. Eind jaren zeventig streek de looptrainer neer op het Kopje, waar hij met het eerste elftal van de hockeyers van Bloemendaal aan de slag ging.
Verdiepen
Koppelaar ging zich ook in de hockeysport verdiepen, om uiteindelijk Cees Bovelander op te volgen als coach van het zeer talentvolle vlaggenschip. Onder Koppelaar zette de selectie een flinke stap voorwaarts, waarvan zijn opvolger Roelant Oltmans tussen 1986 en 1990 met vier landstitels en een Europa Cup de vruchten zou plukken.
Na Bloemendaal ging Koppelaar aan de slag bij Alkmaar, dat uitkwam in de overgangsklasse. Daar liet hij Teun de Nooijer op vijftienjarige leeftijd debuteren, in een uitwedstrijd bij Rotterdam. Tot zijn dood zou Koppelaar een zeer warme band onderhouden met de ’Cruijff van het hockey’.
Na het clubhockey maakte Koppelaar de overstap naar de internationale arena. Hij werd bondscoach van Ierland, dat hij naar het WK loodste, een stunt van jewelste. Hij keerde daarna terug bij Bloemendaal. In 2012 werd hij bij de vereniging benoemd tot lid van verdienste en een half jaar later deed de hockeybond KNHB hetzelfde.