E-bikers onder elkaar delen lief en leed | column
’Bevallen de fietsen?’ Een tot aan de kin in een regenpak verpakte heer richt zich tot ons terwijl we op een infobord de weg proberen te vinden in het lieflijke Twentse landschap.
Mijn vrouw en ik willen het kort te houden (er is weer een donderbui in aantocht) maar met ’ja hoor’ komen we niet weg. Zeker niet als zijn echtgenote ook afstapt en mijn e-bike aan een kritische inspectie onderwerpt. ’Hij heeft dezelfde als jij Gert’ weet ze. Maar Gert denkt daar anders over: ’Nee de motor is anders’.
We wisten het niet maar als je op elektrische fietsen rondtoert, zit je in dezelfde categorie als hondenbezitters: bij menige ontmoeting worden wetenswaardigheden uitgewisseld. Zo weet ik nu dat de e-bike van Gert al twee keer van een nieuwe motor is voorzien (’wel garantie hoor’) en dat hij tijdens een fietstocht door de Limburgse heuvels bijna dood was gebleven omdat de ondersteuning zomaar ineens uitviel.
’Nou, dan ben je nergens meer’, zegt hij met een vorsende blik mijn kant op. Om Gert af te troeven meld ik dat gisteren de display van mijn fiets moest worden vervangen door de lokale rijwielhandelaar. Overigens: ook garantie. Had ik beter niet kunnen doen want nu komen Gert en zijn echtgenote pas echt los. Een eindeloze opsomming van technische malheur komt voorbij. Ik wist niet dat er zoveel kapot kon gaan aan een e-bike.
Eenmaal weer op de pedalen krijg ik met terugwerkende kracht een grenzeloze bewondering voor mijn vader. Die fietste een halve eeuw van hot naar her op een zwart herenrijwiel, ik meen een Fongers. De binnenbanden waren bijna niet meer zichtbaar door de tientallen plakkers. En als die binnenbanden dan echt op waren, werden ze in tweeën geknipt en bewaard om vuilniszakken dicht te knopen.
Circulaire economie voordat de term was bedacht.