Kwijt. Zoon kende veel mensen, die ik niet kende. Dat was echt heel erg raar | column
Blokje kaas.© Foto archief
Speerpunten in de opvoeding van onze twee kinderen waren onder andere: zelfstandig en oplossingsgericht denken en handelen en geen problemen maken die er nog niet zijn.
Waar dochter moeite had met deze punten, sloeg zoon er al snel in door. Met dochter kon je afspraken maken, bij zoon wist je zeker dat hij voornamelijk mogelijkheden en kansen zag, als je even boven de was aan het regelen was. Zijn ingebouwde klok wist exact hoeveel tijd hij had, om bijvoorbeeld de voorraad in de keuken te inspecteren.
Hij vond het op zesjarige leeftijd belachelijk dat ik met hem mee fietste naar school. Ik was hem elke dag wel even kwijt. Zoon kende mensen, die ik niet kende. Dat was echt heel erg raar. Ik stikte van nieuwsgierigheid toen hij ooit bij een expositie begon te kletsen met een voor hem bekende, maar voor mij volslagen vreemde vrouw.
Via dochter hoorde ik dat zoon een vast buurtrondje liep. Ze lapte hem er niet bij, maar verklaarde zijn afwezigheid: ’Hij is vast naar Cathy en Flits’. Wie?! Dat bleek een stel dat achter ons woonde. Hij ging er elke dag een snoepje halen. Het bleek goed volk. Zijn dagelijkse rondje voerde ook door de Vomar. Blokje kaas, toastje salade, plakje worst en een krentenbol.
Hij had overal ’vrienden’. Op een dag was ik hem echt kwijt. Ik liep de buurt af en zijn vaste snackrondje. ’Ah, Julius, nee we hebben hem vandaag helaas nog niet gezien’. Spoorloos was hij. Ik belde mijn moeder, je moet komen, Julius is weg op de fiets. Ik dacht dat ik doodging. Horen en zien verging me. Blinde paniek, volkomen radeloos. Mijn fantasie sloeg op hol. We vonden hem best ver van huis. Spelend met twee broertjes in een achtertuin. Hij had net zijn boterham op, kreeg ik te horen.
Opeens sta ik 24 jaar later met speerpunten en weet ik nog altijd niet waar hij is. Ik twijfel of ik een rondje Vomar zal doen. Blokje kaas, toastje troost.