’We moeten liefde. Liefde is het tegenovergestelde van oorlog. Liefde is wat bij elkaar houdt’ | column
Anouk Kragtwijk schrijft, zingt en praat. Ze woont in Heemstede met haar hond en Portugese vriend. Om de week schrijft ze op wat haar opvalt in de regio en in haar eigen leven.
De krant staat er vol mee. De grote of St Bavokerk blauw-geel verlicht. De stadsbeiaardier die elke uur het Oekraïense volkslied speelt. Als je het niet zou weten, zijn het klanken van een onbezonnen zaterdagochtend naar de markt. Van struinen langs Turks brood en verse kaas. Maar het is de tweede regel van een volkslied met de tekst: Verdwijnen zullen onze vijanden als dauw in de zon en ook wij, broeders, zullen heersen in ons eigen land. Dat weten we en daarom is het gruwelijk mooi. Solidariteit is altijd liefde met iets wat niet zou moeten zijn.
De regio leeft mee met Oekraïne. Ik lees het verhaal van een 90-jarige man die hier de oorlog heeft meegemaakt en vindt dat hij iets moet. Hij hangt zijn vlag halfstok, wapperend in de wind. De wind die vorige week nog zo belangrijk leek omdat we dachten dat natuurgeweld de definitie was van onveiligheid.
Maar er is oorlog op ons continent.
2000 kilometer hier vandaan. Dat klinkt ver, maar de oorlog is ook hier, in de hoofden van al die Oekraïners in onze dorpen en straten die via hun scherm zoeken naar ouders en familieleden. En bestaat de wereld überhaupt nog uit kilometers? Eerder uit seconden totdat de ander opneemt aan de andere kant van de telefoon. Tot eergisteren was dat binnen een paar tellen, nu blijft het scherm leeg, het netwerk is afgesloten. Geen tekens van ouders, zussen en vrienden.
De meeste mensen die over zoveel leed lezen over de wereld denken: wat erg, maar wat kan ik doen? Maar je hebt ook de helden, degene die meteen in actie komen. Die denken: wat erg en wat kan ik doen? Een woordje anders maar een wereld van verschil. Die gaan handelen omdat er iets moet gebeuren. Die al de essentiële vragen gaan stellen. Hoeveel Oekraïners wonen er hier? Hoe halen we hun familieleden hier naartoe? Hoeveel vluchtelingen zijn er op pad? Wie zijn het? Vrouwen, kinderen? Wat hebben ze nodig? Ik lees het verhaal van leden van Trots Haarlem die naar de Pools-Oekraïense grens willen rijden. Mensen die willen helpen met water en soep en dekens en zelfs met de vraag: wil je bij mij in huis? Kom maar, ik schuif wel op de bank. De badkamer kunnen we echt wel delen.
Het is zo gruwelijk mooi dat mijn hart niet weet wat te kiezen. Zink ik in hun hulp, die zo genereus en onbaatzuchtig is, in de woede over de ongelofelijke agressie of in de machteloosheid. Want het is niet genoeg om een oorlog te beëindigen. Dat is misschien wel de pijnlijkste conclusie als je al het nieuws over Oekraïne leest, het geweld met tanks is zo grof en hard en dan staan wij hier met megafoons en vlaggen.
Maar het is wat moet. We moeten liefde. Liefde is het tegenovergestelde van oorlog. Liefde is wat bij elkaar houdt. De olie van een functionerende wereld. De basis van wat het leven waard maakt. Al die vlaggen, liederen en solidariteitswakes lijken voor nu misschien niet genoeg, maar het is uiteindelijk wel alles.
Anouk Kragtwijk schrijft, zingt en praat. Ze woont in Heemstede met haar hond en Portugese vriend. Om de week schrijft ze op wat haar opvalt in de regio en in haar eigen leven.