Volt neem het niet zo nauw | column
U heeft het vast gehoord: Volt-Kamerlid Nilüfer Gündogan heeft ’grensoverschrijdend gedrag’ vertoond en is daarom uit de fractie gezet. De vraag is: klopt de beschuldiging aan haar adres?
Volgens Gündogan niet. Dat konden we dinsdag horen bij het kort geding dat het Kamerlid heeft aangespannen tegen Volt. Ze eist rectificatie en schadevergoeding en heeft tevens aangifte gedaan van smaad en laster. De hele middag stond in het teken van de vraag wat er precies is voorgevallen. Het werd niet duidelijk. Er werd geklaagd over ’een hand op een bil’, onaangename bejegening door Gündogan en te veel drank, maar nergens werd één specifiek incident genoemd.
Luister goed naar de advocaten en we horen hoe dun deze beschuldigingen zijn. Toen Volt Gündogan als fractielid schorste waren er hooguit twee meldingen, waarvan een van een oud-medewerker die door Gündogan was ontslagen. Pas later kwamen er meer. Details ontbreken over ongeveer alles, zoals wanneer ze zich in dronken staat misdroeg, welke uitlatingen intimiderend waren en hoe ze seksuele avances maakte. Het belangrijkste kenmerk van de meldingen: ze werden ervaren als ’grensoverschrijdend’.
Laat dat even goed tot u doordringen. Volgens de advocaat van Volt hoeft er bij grensoverschrijdend gedrag geen sprake te zijn van opzet. Hier wordt een zeer relativistisch loopje met de werkelijkheid genomen. Als iemand gedrag ziet als grensoverschrijdend, is het dat ook. De vraag hoe reëel zo’n ervaring is, mag eigenlijk niet meer worden gesteld. Zo staat de deur open naar ontelbare klachten over grensoverschrijdend gedrag waar een beschuldigde zich niet tegen kan verweren, want ’de klager ervoer het zo’.
Volt communiceert doodleuk dat Gündogan grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond maar maakt dat nergens aannemelijk, ook niet in de rechtszaal. Het is zeker aannemelijk dat Gündogan weleens te diep in het glaasje heeft gekeken en weleens hard uit de hoek is gekomen. Misschien wel vaak. Het is ook niet uitgesloten dat ze weleens geflirt heeft. Maar de vraag moet zijn waarom dit te ver ging, grenzen overschreed en het label onacceptabel verdient. Niets daarvan, want de klagers noemen het erg en dat volstaat.
Als je dan ook nog weet dat een rapport over Gündogan niet openbaar wordt gemaakt, is het helder dat niet alleen elke melding klakkeloos wordt geaccepteerd, maar ook dat de klagers er nooit verantwoording over hoeven af te leggen of op mogen worden aangesproken. Zie hier de teloorgang van de rechtsstaat waar – ironie – juist Gündogan zo vaak voor waarschuwt. In een rechtsstaat geldt de onschuldpresumptie: een feit moet worden bewezen voordat een verdachte ook schuldig wordt bevonden.
Bij Gündogan gaat dat andersom en iedereen vindt dat kennelijk best. Haar zoontje van vijf is op het schoolplein al op ’zijn vieze moeder’ aangesproken. Welkom in de rechtsstaat.