Ajax begon het laatste blok van het seizoen, waarin het met PSV strijdt om de landstitel én de KNVB-beker, zonder de Zuid-Amerikanen Lisandro Martínez (geblesseerd) en Antony (geschorst).

Ook de Mexicaanse middenvelder Edson Álvarez, die zich eerder in de week met zijn land plaatste voor het WK, ontbrak in de basisploeg. Perr Schuurs, Davy Klaassen en Mohammed Kudus hadden daarom een basisplaats gekregen.

Ajax speelde de eerste 45 minuten slap en ongeïnspireerd, maar ging desondanks wel met een voorsprong de rust in. Jørgen Strand Larsen had FC Groningen in de 20e minuut op voorsprong gezet. De Noorse spits kon vanaf de rand van het strafschopgebied uithalen na een actie van Paulos Abraham, die op het middenveld wegdraaide bij Klaassen en Ryan Gravenberch en daarna Strand Larsen in stelling bracht.

Afgezien van een schot van Steven Berghuis op de lat wist Ajax in de eerste 45 minuten niets te creëren. In de 3 minuten blessuretijd zette de ploeg van Ten Hag echter de achterstand om in een voorsprong. Na een ingooi van Daley Blind tikte Klaassen op aangeven van Dusan Tadic de gelijkmaker binnen.

De blessuretijd was al verstreken toen Groningen-verdediger Damil Dankerlui (ex-Ajax) een voorzet van Noussair Mazraoui met zijn uitgestoken arm blokte. Scheidsrechter Bas Nijhuis floot direct voor de rust, maar werd door de VAR geattendeerd op de handsbal. Nadat Nijhuis zelf de beelden had gezien, gaf hij Ajax alsnog een strafschop, die door Tadic werd benut: 1-2.

Aan het begin van de tweede helft moest Nijhuis de wedstrijd even stilleggen, omdat aanhangers van Groningen rookbommen en vuurwerk op het veld gooiden. Ajax kreeg na de onderbreking wat meer grip op de wedstrijd, al bleef Groningen wel gevaarlijk. Doelman Andre Onana voorkwam de gelijkmaker van Strand Larsen, die even later geblesseerd van het veld moest. In de blessuretijd besliste Steven Berghuis het duel met de 1-3.