Lezersdilemma: Op bezoek bij een doodzieke oud-collega?

Jan Vriend

Op deze plek leggen lezers een dilemma voor. Anderen reageren hierop. Vandaag: Op bezoek bij een doodzieke oud-collega? Reageren of heb je zelf een dilemma? Stuur een (anonieme) e-mail naar dtv@mediahuis.nl

Karin kreeg onverwacht de uitnodiging om bij haar gepensioneerde chef op bezoek te komen. Ze had geen band met deze man. Integendeel: ze moest hem niet. Maar nu zijn einde nadert, wil hij dat ze op de koffie komt. Doen?

Karin (52): „Ik wist niet wat ik hoorde, toen een oud-collega me opbelde. Jaren geleden werkten we samen op een kantoor. We waren de beste maatjes. Voor ons allebei was het onze eerste serieuze baan, dus we deden enorm ons best. We waren dan ook trots dat onze afdeling ieder jaar groeide. Klanten die bij ons kwamen, werden vaste klanten en omdat we zo hard werkten, boekten we prima resultaten.

In die tijd was meneer D. onze chef. Met alle collega’s konden we goed opschieten, maar meneer D. vonden we maar een vervelende vent. En dan druk ik me nog netjes uit. Hij was een enorme pietlut, zanikte als we een minuut te lang koffiedronken, maar vond het heel normaal als we tegen sluitingstijd nog telefoontjes aannamen. Dat je daardoor je bus miste en een uur later thuiskwam, negeerde hij. Iedereen op kantoor wist ook dat hij stiekem een geheime fles in zijn bureaulade had staan, waaruit hij zichzelf vaak trakteerde.

Het ergste was dat hij jokte tegenover de kopstukken van het hoofdkantoor die een paar keer per jaar bij ons op inspectie kwamen. Als die een fout ontdekten, wist meneer D. niet hoe snel hij de schuld daarvan in onze schoenen moest schuiven. Iedereen wist dat het oneerlijk was, maar omdat je voor je beoordeling (en dus je salaris) van hem afhankelijk was, hield je je mond. De vlag ging dan ook uit, toen hij met pensioen werd gestuurd.

Dat is inmiddels bijna twintig jaar geleden. Aan meneer D. dacht ik nooit meer. Behalve als we bij de jaarlijkse reünieborrel met de kantoormeiden van vroeger de vaste grappen over hem maakten. Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat hij nog leefde. Tot vorige week mijn oud-collega aan de telefoon hing. Ze was benaderd door de zoon van meneer D.. Zijn vader was ernstig ziek en zou niet lang meer hebben. Daarom wilde meneer D. nog graag eens met ons praten over de tijd dat we samenwerkten. Het verzoek was of we binnenkort een keer samen bij hem langs wilden komen. En niet te lang wilden wachten, om begrijpelijke redenen...

Mijn collega was net zo verbaasd als ik en wist niet goed wat ze zeggen moest. Om tijd te winnen, zei ze dat ze het met mij zou bespreken. Maar ik heb net zo veel twijfels als zij. Aan de ene kant denk ik: hij was een vervelende kwast en heeft ons alleen maar dwars gezeten. Waarom zouden we hem nu van dienst zijn? Aan de andere kant denk ik: als de oude man graag afscheid van ons wil nemen en nog een keer zijn hart wil luchten, is daar natuurlijk niks op tegen. Ook al was hij een zak, je gunt hem een positief slot. Maar dubbel voelt het wel. Op bezoek gaan of niet?”

Meer nieuws uit Lifestyle

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.