Van wachtgeld naar startgeld: laat oud-wethouders niet verpieteren | opinie

„De term ’wachtgeld’ is niet meer van deze tijd. In feite is er sprake van loopbaanbudget, of ’startgeld’.”© Foto Pixabay

Titia Lont

Wachtgeld is een dankbaar onderwerp voor onbegrip en ergernis. Oud-bestuurders die nog jaren geld ontvangen terwijl ze weinig of niet werken, worden soms gezien als zakkenvullers. Oud-burgemeester en loopbaancoach voor bestuurders, Titia Lont, legt uit hoe het ’wachtgeld-probleem’ kan worden opgelost.

De gemeenteraadsverkiezingen zijn achter de rug en de nieuwe coalities worden gevormd. Zoals het er nu naar uitziet, zullen meer dan 500 wethouders stoppen. Deels door een bewuste keuze of vanwege hun pensioen. Het kan ook zijn dat wethouders in de nieuwe coalitie buiten de boot vallen. Het merendeel van deze stoppers zal voor langere tijd aanspraak maken op wachtgeld. Gemiddeld is een oud-wethouder toch wel een jaar bezig voordat hij of zij ander werk heeft.

Sollicitatieplicht

De huidige wachtgeldregeling gaat uit van sollicitatieplicht, waarbij de oud-bestuurders eens per week moeten solliciteren of iets van dien aard. De re-integratiebureaus hebben binnen deze regeling rapportageplicht, waarbij elk kwartaal de voortgang van de sollicitaties en loopbaanactiviteiten worden gedeeld. Naar mijn mening is dit een vrij repressief systeem, waarbij getalenteerde oud-wethouders voor langere tijd achter de geraniums terecht komen. Daarom deel ik graag een aantal suggesties voor verbetering.

Allereerst is de term ’wachtgeld’ niet meer van deze tijd. In feite is er sprake van loopbaanbudget, of ’startgeld’, dat wordt benut om van A naar B te komen. In die zin is het een vangnet voor een bijzonder ambt met veel onzekerheden, maar zeker geen hangmat. Daarnaast vinden opiniemakers het vaak heerlijk om het wachtgeld over meer jaren bij elkaar op te tellen, zodat oud-bestuurders gemakkelijk als zakkenvullers kunnen worden weggezet. Dus een eerste stap zou mijns inziens zijn het afschaffen van de term wachtgeld.

Wat is de toegevoegde waarde van wethouders op de arbeidsmarkt? Wethouders hebben in hun ambtsperiode een bijzondere gereedschapskist met talenten ontwikkeld. Helaas worden die talenten door recruiters niet altijd herkend of erkend. Sterker nog, veel recruiters weten niet precies wat een wethouder doet. Hierdoor wordt politiek-bestuurlijke ervaring soms zelfs als een ’gat’ in het cv gezien, wat in feite ontluisterend is.

Dure consultants

In praktische zin betekent het een uitdaging om de werkervaring van bestuurders beter voor het voetlicht te brengen, in kansrijke rollen of functies, waarin zij toegevoegde waarde hebben. Mijn ervaring als loopbaancoach voor bestuurders is dat oud-wethouders uitstekend ingezet kunnen worden op strategische interim-opdrachten in de publieke sector, die nu vaak door dure consultants worden uitgevoerd. Ze zijn bijvoorbeeld zeer geschikt als procesbegeleider, verandermanager, projectleider, mediator of kwartiermaker.

Het financiële aspect mag natuurlijk niet uit het oog worden verloren. Gemeenten zijn gezamenlijk op jaarbasis miljoenen kwijt aan wachtgeldverplichtingen en re-integratietrajecten. En aan de andere kant is er een tendens dat er door gemeenten steeds meer dure interim-adviseurs worden ingehuurd voor strategische vraagstukken. Het gaat natuurlijk wel om gemeenschapsgeld, en dat kan veel beter worden benut door ook naar oud-wethouders te kijken. Uiteraard niet uit de eigen gemeente, maar er is daarbuiten genoeg aanbod.

Mijn belangrijkste punt is dat er geen mobiliteitsbureau is voor oud-wethouders. Dat is bijvoorbeeld bij het Rijk een stuk beter geregeld. Als je topambtenaar bent en ander werk zoekt, kun je via de Algemene Bestuursdienst vrij gemakkelijk bij een ander ministerie aan de slag. Als je oud-wethouder bent, wordt er nagenoeg geen beroep op je talenten gedaan. De huidige wachtgeldregeling schiet daarin ook te kort.

Mobiliteitsbureau

Mijn concrete aanbeveling zou zijn om per arbeidsmarktregio een mobiliteitsbureau voor oud-wethouders in te richten, waar hun unieke talenten en inhoudelijke specialiteiten in kaart worden gebracht. Daarbij is het van belang dat oud-bestuurders toegang krijgen tot vacatures en interim-opdrachten in de (semi)-publieke sector, die nu vaak onderhands worden gegund. Het is natuurlijk van essentieel belang dat in zo’n bureau recruiters werken die gepokt en gemazeld zijn in het (semi)-publieke domein, en bovendien verstand hebben van de unieke kwaliteiten van politieke ambtsdragers. Daarnaast zou je voor bestuurders die eerst werkervaring willen opdoen in een nieuwe sector, expertiseplekken kunnen creëren.

De toegevoegde waarde van oud-wethouders verbinden aan vragen in de markt, daar ligt de sleutel. Dit kan de gemeenten enorm veel wachtgeld besparen. Ik wens dat het ministerie van Binnenlandse Zaken, de Tweede Kamer, de VNG én de Wethoudersvereniging deze handreiking voor verbetering van de wachtgeldregeling willen oppakken. Met daarin een sleutelrol voor de arbeidsmarktregio’s, gemeenten en gekwalificeerde recruiters. Zet oud-wethouders niet achter de geraniums, maar laat ze écht tot bloei komen!

Titia Lont

Wachtgeldregeling

De uitkering na het vervullen van het wethouderschap is geregeld in de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA), oftewel wachtgeldregeling. Ongeacht de reden van aftreden bestaat er recht op uitkering. De duur van de uitkering is afhankelijk van de duur van de politieke loopbaan, en varieert tussen zes maanden en maximaal drie jaar en twee maanden. De uitkering bedraagt het eerste jaar 80 procent en daarna 70 procent van de laatstgenoten wedde. De betrokkene heeft wekelijkse sollicitatieplicht. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om met behoud van de APPA-uitkering een eigen bedrijf te starten.

Meer nieuws uit Opinie-Column

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.