Ik was me er niet eens bewust van dat ik het stereotype ’Aziatische vrouw’ in stand hield | column
Of ik interesse had voor een rol in een commercial. De medewerker van het castingbureau lichtte toe: „Om Thaise pepers aan te prijzen.” Dat ik geen Thais sprak, maar Vietnamees, maakte niet zoveel uit, dat zouden de mensen toch niet merken.
Het kwam als kind niet eens in me op dat ik actrice kon worden, ik zag niemand op tv die op mij leek. Als een pad niet zichtbaar is, kun je je niet eens voorstellen dat je dat kunt bewandelen. Wie waren mijn idolen, mijn voorbeelden, in ieder geval geen Aziatische actrices. En als ze op me leken werden ze in de media neergezet als stereotypen; de Aziatische nerd, of geseksualiseerde vrouw, het beeld waar ik om gepest werd en ver van weg wilde blijven.
Vandaag de dag is de representatie van Oost-Aziatische acteurs in Nederlandse films nog altijd nihil. Het helpt dan ook niet dat áls er inhoudelijke, Aziatische rollen zijn, ze vergeven worden aan witte acteurs, zoals dat gebeurde in de film ’Ghost in the Shell’ waarin Scarlett Johanssen een Japanse vrouw speelt. Het fenomeen waarin een witte acteur zich laat omtoveren tot een Aziaat wordt Yellow Face genoemd, dit gebeurt in veel mainstream films, maar ook nog niet eens zo lang geleden in ’Ushi en van Dijk’.
In een pluriforme samenleving, waarin verschillende culturen en religies naast elkaar leven is het superbelangrijk dat iedereen zich kan identificeren met wat we op tv, radio en in films, kranten te zien en te horen krijgen. Hoewel stereotypen op zichzelf een bepaalde functie hebben, kunnen ze ook leiden tot (onbewuste) discriminatie.
In de afgelopen tien jaar speelde ik, of werd ik gepeild voor de rollen van o.a. een Thaise hoer, Chinees bediende nr.2, exotische fee bij een van de grootste toneelgezelschappen, en voor een hoop reclames voor Aziatische sausjes. Natuurlijk bestudeerde ik liever de zinnen van Shakespeare, maar nu stortte ik me op: „Dus pak die wok, voeg een scheutje Oosters toe en ga lekker ongemanierd aan de slag!”
Ik was er niet eens bewust van dat ik hiermee het stereotype van de Aziatische vrouw in stand hield, mij werd verteld dat het spelen van deze rollen de enige poort was tot dit vak en ik dat gewoon moest accepteren.
En toch… als ik einde van de dag naar huis liep, had ik een raar gevoel in mijn buik, voelde ik me verdrietig, eenzaam. De rol om Thaise pepers aan te prijzen heb ik aan me voorbij laten gaan. Het idee dat een witte een Aziaat beter kan spelen is krankzinnig. En dat de beste acteur voor de rol gekozen moet kunnen worden, daar ben ik het mee eens, maar die kaart kunnen we pas trekken als de scheefheid uit het systeem getrokken is, de representatie op orde en de vertrekkansen voor iedereen gelijk.