Lhbtiq’ers hebben geen bal aan laffe statements van voetballers | column
Het was weer een frustrerende week voor de lhbtiq-emancipatie. Het begon met Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökçü die de regenboogband weigerde te dragen. De One Love-band is een statement tegen álle vormen van discriminatie, maar zou afgelopen zondag worden gedragen in het kader van Coming Out Day.
„Ik snap heel goed wat het belang is van deze actie”, reageerde Kökçü. „Alleen voel ik mij door mijn geloofsovertuiging niet de aangewezen persoon om dit te supporten.” Ook Excelsior-captain Redouan El Yaakoubi ging de regenboog uit de weg en droeg tijdens zijn wedstrijd liever een ’allesomvattende’ witte band met daarop het woord ’respect’.
Sindsdien buitelt iedereen over elkaar heen om hun beweegredenen te duiden. Feyenoord-trainer Arne Slot respecteerde dat Kökçü ’niet het uithangbord van deze actie wilde zijn’. Ex-profvoetballer Ibrahim Afellay zei bij ’Studio Voetbal’ dat er ’juist respect uit dit statement spreekt’ en respecteerde nog even door. „Hij zegt dat hij er respect voor heeft, dan moet je ook respect voor hem hebben. Hij zegt met veel respect dat hij de mensen begrijpt (...), maar als hij zich niet comfortabel voelt bij die band, moet je daar respect voor hebben.”
Fans lezen ook van alles in dit antistatement. „Mensen vinden het goed dat Kökçü zijn eigen mening heeft en niet achter de massa aanloopt”, aldus supportersvereniging FSV De Feijenoorder. Maar de Roze Kameraden, lhbtiq’ers die de club steunen, kregen hierdoor meer drek over zich heen. „Het vervelende is dat mensen die negatief zijn over de Roze Kameraden dingen gingen posten zoals: ’Goed zo Kökçü, vooral die band niet dragen’. Het bracht iets naar boven wat Kökçü waarschijnlijk nooit had bedoeld.”
Bij ’HLF8’ begon Dominee Gremdaat (een alter ego van Paul Haenen) over het gebrek aan acceptatie bij moslims. „Daar komt de homohaat vandaan. Laten we elkaar geen mietje noemen en daar helder over zijn.” Waarvandaan, wilde oud-voetballer Anouar Diba weten. „Van jou”, antwoordde Haenen weinig constructief. „Heel veel moslims, daar komt de homohaat vandaan.” „Dan weten we ook waar de discriminatie vandaan komt”, antwoordde Diba. Diezelfde irritatie zag ik bij Affelay. „Ik word ook heel vaak gediscrimineerd.”
Ondertussen kwamen moskeebestuurders in opstand tegen een initiatief van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema. Zij wilde dat zestig moskeeën een verklaring zouden ondertekenen om de regenbooggemeenschap te steunen. Maar die vonden dat weer discriminerend, alsof alleen moslims verantwoordelijk zijn voor geweld tegen lhbtiq’ers. En dat ergerde de burgemeester, die stelde dat er nog meer partijen worden aangesproken.
Nu schrijf ik hier vaker over en maakte zelfs een documentaire over dit spanningsveld (’Het M-woord’). Maar wat moeten we met al dat gezever en gedraai? Ik kijk vermoeid naar mannen die met samengeknepen billen aan talkshowtafels zitten, huiverig om met homoseksualiteit te worden geassocieerd. Of het weglachen, zoals de Spaanse ex-topvoetballers Iker Casillas en Carles Puyol, die voor de grap uit de kast kwamen op Twitter.
De regenbooggemeenschap heeft geen bal aan halve steunbetuigingen en laffe statements. Dus deze week denk ik vooral: flikker op met dat voetbal.