Hoe een asielschip Velsen-Noord verscheurde: ’Hoe halen ze het in hun hoofd!’

Hekken schermen het asielschip af van de kade.© Foto Marcel Molle

Jannie Schipper
Velsen-Noord

De 5.300 inwoners van Velsen-Noord hebben in september 2022 ineens bijna duizend nieuwe buren gekregen. Op een enorme cruiseferry aan de kade worden tot 1 maart komend jaar asielzoekers opgevangen. Van tevoren is er weerstand tegen de komst van het schip. Hoe is het de bewoners van het drijvende dorp en hun buren tot nu toe vergaan?

Na een urenlange busrit vanuit Ter Apel ziet Anass Abyad (45) in het schemerdonker het schip voor zich opdoemen. De twaalf verdiepingen tellende Silja Europa (bouwjaar 1993, 202 meter lang en 32 meter breed, capaciteit voor 3750 passagiers) torent hoog boven de omgeving uit.

Op de kade ziet hij hekken, hekken en nog eens hekken. Wat nu? Zetten ze hem en zijn lotgenoten nu op een schip, om ze dan maandenlang te vergeten?

Het begint allemaal met een telefoontje uit Den Haag naar het Dudokplein in IJmuiden, waar het bestuur zetelt van de gemeente Velsen. Het is crisis in de vluchtelingenopvang, en niet zo’n beetje ook. In aanmeldcentrum Ter Apel moeten mensen op stoelen of zelfs buiten slapen wegens een tekort aan plaatsen.

Dat zal in de maanden erna alleen nog maar erger worden. Medewerkers van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) bellen dag in dag uit gemeenten om te vragen of ze alsjeblieft, alsjeblieft nog een slaapplekje hebben voor een paar vluchtelingen. Steeds vaker krijgen ze nee te horen, alle opvangruimtes raken vol.

(Tekst gaat door onder de foto)

De verlichte ingang van het asielschip aan de VOB-kade.© Foto Marcel Molle

Iemand bij het ministerie komt op een creatief idee. Kunnen ze niet simpelweg mobiele opvangplekken laten aanrukken, in de vorm van cruiseschepen? Het plan is niet helemaal nieuw – er zijn al kleinere cruiseschepen die tijdelijk asielzoekers huisvesten, en in Rotterdam worden sinds april twaalfhonderd Oekraïense vluchtelingen op een schip opgevangen.

Velsen wordt gepolst, als een van de acht Nederlandse gemeenten met een zeehaven waar zo’n enorm schip zou kunnen aanleggen. Na wat gepuzzel komt de VOB-kade in Velsen-Noord als optie uit de bus.

Zeehaven

De bewoners van Velsen-Noord zijn in shock. Dat er opvang nodig is, begrijpen veel mensen wel. Iedereen kent de beelden uit Ter Apel. Maar waarom moet dat precies híer? Velsen-Noord is een kleine gemeenschap met amper voorzieningen. De bus rijdt al jaren niet meer. Er is één dokter, één tandarts, één supermarkt.

Net als de andere inwoners van Velsen-Noord krijgt Lucie Faber (64) eind juni een uitnodiging voor een inloopavond in de bus. „Jeetje, duizend mensen erbij, hoe halen ze het in hun hoofd?” is haar eerste gedachte. En waarom krijgen ze het nieuws zo laat te horen? De uitnodiging is gedateerd op 21 juni, de inloopavond is nog geen week later, op 27 juni. Op 30 juni neemt het college een besluit. Dat kun je moeilijk inspraak noemen.

Allang bekonkeld

Op de bewuste maandagavond stampen tientallen bewoners en actievoerders van Forum voor Democratie luid schreeuwend en met spandoeken zwaaiend door de bedrijfshal aan de Wijkermeerlaan waar de bijeenkomst plaatsvindt. Aan de nette pakken en rokjes is duidelijk te zien wie hier van de ’andere kant’ is: van ministerie, COA of gemeente.

De gestalte van burgemeester Frank Dales verdwijnt volledig in de menigte, staatssecretaris Eric van der Burg van Justitie en Veiligheid moet zich tussen de mensen door wringen om hem te bereiken. Mensen zijn boos dat de besluitvorming over hun hoofden heen gaat. „Het is allang bekonkeld”, klinkt het meermalen. Anderen vrezen voor hun veiligheid. „Straks moet ik m’n dochters opsluiten met al die alleenstaande mannen”, klaagt een lokale ondernemer.

(Tekst gaat door onder de foto)

VluchtelingenWerk heeft zich gevestigd in één van de gesloten restaurants.© Foto Marcel Molle

Lucie Faber staat als een van de weinigen bij het tafeltje waar bewoners zich kunnen opgeven voor vrijwilligerswerk. Ze wordt ’onpasselijk’ van de aanwezige schreeuwers, maar is kritisch over de besluitvorming. „De manier waarop dit uitgerold wordt, hebben we eerder gezien”, zegt zij tegen een meeluisterende gemeentewoordvoerder. „De Randweg, de Velsertunnel…”

Hiermee verwoordt zij het gevoel van veel aanwezigen: Velsen-Noord is het afvoerputje van de gemeente Velsen, daar kan de bewoners wel alles door de strot worden geduwd.

Lees ook: De baas van de asielboot snapt dat Velsen-Noord het gevoel heeft ’het afvoerputje’ te zijn. ’Ik hoop dat we goede buren kunnen zijn’

Al vinden de bewoners alles veel te snel gaan, het duurt uiteindelijk langer dan gepland voor het schip er daadwerkelijk komt. Volgens de oorspronkelijke plannen van COA en gemeente moet het schip er eigenlijk al begin augustus liggen. Op het kleurenprintje dat op de informatieavond wordt uitgedeeld én in het oorspronkelijke besluit staat een ander schip: de Victoria I.

Tot onaangename verrassing van het COA verhuurt de reder dat schip in de tussentijd elders. 1 augustus wordt 1 september. De alternatieve schepen die ze op het oog hebben, waaronder de Silja Europa, blijken te lang voor de VOB-kade. De kade moet worden aangepast, 1 september wordt ook niet gehaald. Er wordt openlijk getwijfeld of het asielschip er ooit nog zal komen.

En dan komt het schip toch ineens aanvaren, op een woensdagochtend in september. De burgemeester is erbij, maar geen demonstranten met spandoeken, geen toekijkende bewoners. Wel zijn een dag later de bordjes beklad die de toekomstige buren de weg moeten wijzen naar het station in Beverwijk.

Hoofdactiviteit op het schip: wachten.© Foto Marcel Molle

Vervolgens gaat het snel. Op vrijdag en zaterdag de keuringen, op zondag de laatste hekken, op maandag de eerste bewoners. Aan veiligheid is veel aandacht besteed. Op kosten van het COA zijn extra boa’s aangetrokken, er is een wekelijks veiligheidsoverleg en dorpsbewoners kunnen dag en nacht een noodnummer bellen bij incidenten. Langs de kade staan ijzeren hekken, er zijn beveiligingshokjes en een slagboom geplaatst. Ook bij CMF, het bedrijf waarachter de kade met het schip ligt, staat een beveiliger.

Op maandag 26 september komen aan het einde van de middag de eerste bussen met bewoners aan, nadat een groep lokale ondernemers die middag nog een laatste vergeefse poging heeft gedaan hun komst tegen te houden door een kort geding aan te spannen. Lucie komt een kijkje nemen. Het schip ligt langs de route die zij vaak met andere dorpelingen loopt om te trandelen: troep opruimen en wandelen. „Ik hoop dat de tijdelijke bewoners er geen troep van maken”, zegt zij tegen een aanwezige verslaggever van deze krant.

Lees ook: Velsen-Noordse zamelt kleding in voor vluchtelingen op het schip. ’Er zijn mensen aan boord met alleen slippers en een korte broek’

In een van die eerste bussen zit Anass. Hij komt met een aantal lotgenoten uit Ter Apel, waar hij op 2 september is aangekomen. Anass komt oorspronkelijk uit Syrië. In 2013 is zijn broer gearresteerd door het Syrische regime. Sindsdien is er niets meer van hem vernomen. Anass gaat ervan uit dat zijn broer niet meer leeft. Zodra zijn broer is verdwenen, weet Anass wat hem te doen staat: wegwezen. Als ze één man uit het gezin arresteren, weet je dat de rest niet veilig is.

(Tekst gaat door onder de foto)

De fietsenrekken bij de boot worden steeds voller.© Foto Marcel Molle

Glimmende pilaren

Anass, een kale veertiger met guitige ogen en een buikje, deelt zijn hut op de negende verdieping met een andere asielzoeker. Dek 9 en 10 zijn voor de alleen reizende mannen, dek 11 is voor de gezinnen. Op dek 5 slapen de alleenstaande vrouwen, daar is extra beveiliging.

Op het schip gelden niet alleen de regels van het COA, maar ook die van de kapitein. Wie knoeit met de rookmelder om stiekem een sigaretje te roken op zijn kamer, wordt zonder pardon van de boot gezet. Er is wel een rookruimte, op dek 6. Op dek 7 kom je aan het einde van een verlaten gang met gesloten rolluiken van dutyfreewinkels bij het speelzaaltje voor de kinderen, dat op gezette tijden open is.

Vluchtelingenwerk neemt zijn intrek in een van de gesloten restaurants. Dek 8 is voor de eetzaal en de ’salons’, waar koffie en thee in grote kannen klaarstaan en waar op voetbalavonden elke stoel bezet is met mannen die naar grote schermen staren.

Hoewel alle luxe voorzieningen gesloten zijn, is de oorspronkelijke functie van dit geïmproviseerde opvangcentrum in alles zichtbaar. Er kan nergens een raam open – dat zou tijdens een overtocht op zee immers gevaarlijk zijn. Op de vloer ligt zacht tapijt, vrouwen in turquoise T-shirts boenen de glimmende pilaren. Behalve COA-personeel is een deel van de crew nog aan boord, plus keukenpersoneel.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

De bemanning houdt zich ook in deze uitzonderlijke situatie strak aan haar routines. Als een paar weken later midden in een gesprek ineens het brandalarm loeit, kijkt niemand daarvan op: de crew blijkt elke week een ontruimingsoefening te houden, geheel volgens procedure.

COA-medewerkers staan die eerste dagen onder hoogspanning. Hoe zal het gaan, na al die ophef?

Een TikTokfilmpje van een bewoner heeft alweer voor een nieuwe uitbarsting van verontwaardiging gezorgd onder het publiek om de vermeende ’luxe’. Er is schurft aangetroffen bij enkele bewoners. Bijna elke dag komt een nieuwe touringcar met mensen aan, niemand weet hoe laat, waar vandaan en wie er in zit. Journalisten die zich te dicht in de buurt van het schip wagen (onder wie deze verslaggever) worden afgesnauwd.

Bij Volkstuinvereniging Wijkeroog, schuin tegenover het schip, begroet een grote hond in bodyguardjasje bezoekers hartelijk. Baasje Jos en de andere tuinders die hier op een regenachtige vrijdagmiddag gezellig aan het bier zitten, zijn banger voor de reacties van hun dorpsgenoten dan voor de bewoners van het schip. Het complex heeft meerdere malen te maken gehad met diefstal, vertelt Joke van der Linde, penningmeester van de vereniging.

„Ik ben bang dat zij van de boot de schuld krijgen als anderen amok maken”, legt ze uit. „Ze weten niet eens wat voor mensen er komen en ze zijn al tegen.” Ze moeten eerst maar eens afwachten, vindt ook Ine, die vanachter de bar koffie, bier en broodjes bal serveert. „In de jaren zestig lag hier de Arosa Sun, met Italiaanse en Spaanse arbeiders voor de Hoogovens. Daar waren ook nooit problemen mee.”

(Tekst gaat door onder de foto)

De Silja Europa aan de kade in Velsen-Noord.© Foto Marcel Molle

„Het gaat, met horten en stoten”, zegt locatiemanager Hanneke Niele op de vraag hoe het gaat, een week na aankomst van de eerste bewoners. Zij is hier vanaf zeven uur vanochtend, nu is het zeven uur ’s avonds. Bij de slagboom een paar meter verderop staat een beveiliger te discussiëren met een man die met zijn dure auto het terrein op wil.

„Werkt u bij het COA?” roept de man zodra hij Hanneke in het oog krijgt. „Nee!” roept zij terug. Verontschuldigend tegen de verslaggever: „Sorry, maar als ik ja zeg, ben ik om acht uur nog niet weg hier.”

Niele is in mei haar baan als wethouder in Beverwijk kwijtgeraakt, maar vindt snel een nieuwe roeping op het schip. „Toen ik net als alle andere mensen las dat dat schip zou komen, vroeg ik me af: wie gaat dat dan leiden?” vertelt zij in haar kantoor met uitzicht op het Noordzeekanaal. „Dat is een behoorlijke klus en uitdaging. Als iemand dat gaat doen die geen wortels heeft in de gemeenschap hier, gaat dat niet lukken.”

Op aandringen van vrienden en familie belt zij het COA. Ze kan snel beginnen. Hanneke wil aan de wereld laten zien dat het schip en het dorp goede buren kunnen zijn. „Als we dit zo goed mogelijk kunnen doen, voor de bewoners van de boot en voor de inwoners van Velsen-Noord en Beverwijk, is het project geslaagd.”

Pendelbus bekogeld

Na alle gevreesde onrust komen de eerste incidenten niet van bewoners van het schip, maar van bewoners van Velsen-Noord. De pendelbus naar Beverwijk wordt meermalen bekogeld met stenen en vuurwerk. Die bus was juist een van de uitkomsten van het overleg tussen COA en gemeente.

Dan zouden er minder bootbewoners door de ene winkelstraat lopen die het dorp rijk is, en bovendien zouden Velsen-Noorders er van kunnen gebruikmaken. Tot zover dat idee: na de incidenten gaat de route voorlopig niet meer door het centrum. Er stapte daar toch al niemand in.

Lees ook: Jongeren bekogelen pendelbus asielzoekers met vuurwerk en stenen in Velsen-Noord. ’Chauffeur heel erg geschrokken’

Maar wacht eens even, dat is niet hoe Velsen-Noord is. De negatieve geluiden uit het dorp roepen een tegenreactie op. De Facebookpagina ’Je bent Velsen-Noorder als…’ wordt overspoeld met hatelijke berichten, dus richt een groepje buurtbewoners de pagina ’Positief Velsen Noord’ op. Als ze horen dat sommige van hun nieuwe buren op slippers en in korte broeken lopen, organiseren ze een inzamelingsactie.

Lees ook: Waarin het kleine Velsen-Noord wel niet groot in kan zijn: berichten over asielschip leiden tot twee nieuwe Facebookpagina’s, wat het totaal op vier brengt

Er zitten vaak asielzoekers op bankjes aan het kanaal, met papiertjes of schriftjes waarin ze Nederlandse woordjes opschrijven. Dorpsbewoners gaan er naast zitten om te helpen. Goedemorgen, goedemiddag. Lucie is er één van, ze leert zo verscheidene bootbewoners kennen. Op een gegeven moment zitten er aardig wat mensen op de bankjes.

Wachten, wachten, wachten

Eind oktober, een doordeweekse middag op het schip. Overal zijn wachtende mensen. Ze zitten op de banken en stoelen achter de ramen waar normaal gesproken ferrypassagiers de zee aan zich voorbij zien trekken. Hun silhouetten, afstekend tegen de roze gestreepte wolkenlucht, zijn gelijkvormig: hoofd naar beneden, gebogen rug, mobieltje in de hand.

Ze schuifelen voetje voor voetje voort in de rij bij de buffetten, zodra de eetzaal opengaat voor het avondeten.

Ze staan in de rij op de twaalfde verdieping, waar het COA kantoor houdt en waar de informatiebalie is waar alle bootbewoners zich wekelijks moeten melden.

Ze hangen rond bij de draaiende wasmachines, gestapeld in containers op het autodek, dat ook dient als ingang en recreatieruimte.

Naast de wasmachines staan vier tafeltennistafels, waarvan er een bezet is, en vier tafelvoetbaltafels. Uit een ander asielzoekerscentrum gehaald, verklaart Hanneke. „Er zijn zoveel van dat soort spullen die dan weer ergens staan.” Het is voorlopig het enige vermaak.

(Tekst gaat door onder de foto)

Hanneke Niele in haar kantoor.© Foto Marcel Molle

De pendelbus naar Beverwijk gaat één keer per uur, maar mensen wachten vaak al een halfuur van tevoren bij het bushokje dat speciaal voor deze bus is neergezet. De chauffeur wijst instappers op het papiertje met reistijden dat achter de voorruit is geplakt. „Neem een foto, dan weet je het voortaan.”

De collega die hij net heeft afgelost, tikt tegen de ruit van het bushokje. „Hé, coffeeshop!” Vanachter het raam glimlacht een jongen dromerig terug. Hij zit hier steevast vanaf een uur of vier ’s middags, meestal met twee of drie anderen. Handdoeken op de bankjes, joint in de hand, rapmuziek op de achtergrond. Mensen die met de bus willen, gaan even verderop staan.

Onzekerheid knaagt

Hoe langer het wachten duurt, des te meer klachten er komen. Een Syrische vader vertelt dat zijn kinderen het eten niet lusten. Van de twaalf euro leefgeld die ze per week per persoon krijgen, koopt hij yoghurtjes voor ze. Anass laat op zijn telefoon een foto zien van een bord waterige rijst. „Ze kunnen toch wat kruiden op de rijst doen, dat hoeft niets extra te kosten”, stelt hij.

„Ik wou dat we zelf mochten koken”, valt een ander in, voor hij wegrent om de pendelbus te halen. Er komen meer klachten. Iemand schrijft een lang epistel over de in zijn ogen vernederende tassencontroles die zijn ingevoerd omdat er wel eens wat naar binnen werd gesmokkeld. Mensen klagen dat ze geen privacy hebben omdat er in de hutten geen wifi is.

„Hoe kan ik met mijn vrouw bellen als iedereen meeluistert?”

Maar wat vooral knaagt, is de onzekerheid over hun situatie. Anass is bang dat zijn angst bewaarheid wordt: ze worden hier vergeten. Anass en zo’n driehonderd andere asielzoekers die met bussen uit Ter Apel naar het schip zijn gebracht, hebben nog steeds geen eerste gesprek met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gehad. Ze begrijpen dat er crisis is bij de IND, maar ze begrijpen niet waarom ze zo lang niets te horen krijgen.

„Al zouden ze mij vertellen dat ik over een halfjaar pas aan de beurt was, dan was ik tenminste gerustgesteld dat ik een afspraak had”, zegt Anass. Op een gegeven moment verschijnen er A4’tjes met ’IND’ op deuren op de twaalfde verdieping. Het leidt alleen maar tot meer onrust. Wat doen die papiertjes daar, terwijl er nog steeds niets gebeurt? Komt de IND nou naar het schip of niet? Anass stelt zijn vragen aan het COA, aan Vluchtelingenwerk, aan een advocaat. Niemand heeft een antwoord.

Niet veilig

Zijn grootste zorg is zijn gezin, dat hij heeft moeten achterlaten. De afgelopen jaren wist Anass een redelijk bestaan op te bouwen in Turkije, waar hij vanuit Syrië heen was gevlucht met zijn vrouw en kinderen. Hij slaagde erin om een bedrijf in gordijnen en meubels op te zetten, de kinderen gingen naar school. Maar de laatste tijd is het in Turkije geen leven meer voor Syriërs, zeggen Anass en andere bewoners van het schip.

Racisme en gewelddadige incidenten tegen Syriërs nemen toe. Er worden auto’s in brand gestoken, mensen overvallen. Anass durft zijn kinderen niet meer alleen over straat te laten gaan. Bovendien deporteert Turkije mensen terug naar Syrië, terwijl het daar niet veilig is. „De laatste keer dat ik overwoog om terug te gaan, kreeg ik te horen dat ik door vijf instanties werd gezocht.”

Bewoners van het schip.© Foto Marcel Molle

Anass is ongedurig. Hij is niet gemaakt om stil te zitten. „Ik ben hier niet om te eten en te slapen, ik ben hier om een leven op te bouwen.”

Hij wil zo snel mogelijk weer aan de slag. Waar zijn er hier groothandels in gordijnen? De ene dag stuurt hij een berichtje uit Amsterdam, de volgende dag belt hij of hij niet beter naar Rotterdam kan gaan. Hij heeft gehoord dat de markt daar beter is.

Hij heeft een advocaat gevonden en probeert zelf een afspraak bij de IND te maken. Dat is niet de bedoeling, krijgt hij te horen van strenge COA-medewerkers. En hij krijgt ook geen treinkaartje om zijn identiteitskaart op een andere locatie op te halen. „In 25 jaar heb ik nog geen verkeersboete gehad, en nu zeggen ze dat ik straf krijg omdat ik te veel vraag”, moppert hij.

In het dorp beginnen ook de vrijwilligers te morren. Lucie heeft zich meteen opgegeven om zich in te zetten op de boot, maar er komt maar geen nieuws. Er is een eerste bijeenkomst van de klankbordgroep, maar daar ’gaat het alleen maar over de problemen van Velsen-Noord’, klaagt een aanwezige. De spanning in het dorp is niet voorbij. De meeste leden van de klankbordgroep willen hun namen niet bekendmaken. Niet in de krant, en vooral niet in het dorp. Ze zijn bang voor reacties van hun dorpsgenoten.

Lees ook: Bewoners Velsense vluchtelingenboot snakten naar een potje voetbal en dat kan nu op sportpark Rooswijk. Als wederdienst helpen ze met opknapwerk

In de lift ruikt het naar sigaretten. Hanneke snuift de geur op, kijkt naar boven, en zegt: „Ik wil het niet weten.” Ze ziet er moe uit. Net als overal in het land kampt het COA ook hier met gebrek aan personeel. Er is werk voor 34 COA-medewerkers, ze zijn met 25. Zo meteen komt er gelukkig weer iemand solliciteren.

Hanneke stuit ook op de bureaucratie. Ze had een hangar op het oog als tijdelijke sporthal voor de bewoners, maar daar krijgt ze niet zomaar een vergunning voor. Ze heeft het al in de eerste week over mogelijke samenwerking met bedrijven in de omgeving, maar ook dat komt moeizaam op gang.

Aan animo ontbreekt het niet. „Ik heb me meteen gecommitteerd toen het COA ons informeerde dat het schip er kwam”, vertelt de Heemskerkse ondernemer Cees Duijn, die een bedrijf heeft in Velsen-Noord. „Wij willen meerwaarde creëren voor die mensen, maar ook voor de bedrijven. Wij hebben altijd handjes nodig.”

Beperkingen

Techport ondersteunt Duijns initiatief en vergroot daarmee het draagvlak bij bedrijven in de IJmond. Bij een overleg over mogelijke snuffelstages zit een enthousiaste Cees Duijn naast een even enthousiaste Hanneke Niele – plus een juriste die vooral vertelt wat er allemaal niet kan.

Mensen betalen terwijl ze nog geen BSN-nummer hebben? Geen sprake van. Cadeaubonnen dan? Nee, dat ook niet. „Wij denken als ondernemers in mogelijkheden”, verzucht Duijn, „terwijl een COA en een IND met strikte regels en ambtelijke beperkingen te maken hebben.”

Op de achtergrond sudderen de politieke problemen door. Bij het tekenen van de overeenkomst was beloofd dat het schip zou worden aangesloten op walstroom. De krant heeft al aangekondigd dat het eindelijk zover is als blijkt dat het toch niet doorgaat – de kabel is niet lang genoeg. Hanneke baalt, hoewel of misschien juist omdat ze er weinig aan kan doen. „Het is frustrerend, maar ik heb er geen enkele invloed op”, zegt zij. „Het is alsof iemand je vraagt: er is iets aan de hand op de maan, wil je dat even oplossen?”

Lees ook: Een kleine 200 omwonenden konden een bezoek brengen aan het asielschip in Velsen-Noord. Hoe gaat het er aan boord aan toe?

„Ha, hebben ze een taakstraf?” roept een jongen van de beveiliging grappend als het groepje gehuld in oranje en blauwe hesjes het schip afloopt, prikkers en vuilniszakken in de aanslag. Eén voor één houden ze hun pasje bij het apparaatje op de balie om uit te checken. Bliep. Bliep. Het zijn de eerste woorden die ze leren: knij-pen, boven in het handvat. Niet je vingers ertussen, gebaart Lucie, want dan is het ’au au au!’.

En grijpen, dat is wat de twee rode tandjes onderaan doen, met papiertjes of blikjes ertussen die ze straks van de straat zullen rapen. Knijpen, grijpen, knijpen, grijpen, herhalen de Syrische, Eritrese en Jemenitische dames tegenover Lucie. Het trandelgroepje gaat op weg. Een bewoner die Lucie van de gesprekjes aan de kade kent, sluit aan, schriftje in de hand.

De Silja Europa ligt nu drie maanden aan de kade, en langzaamaan komen de activiteiten op gang. Trandelen met Lucie, Nederlandse les met Roosje en Adrie. Sporten in de sporthal in Beverwijk met Ronald. VluchtelingenWerk organiseert een jongerenmiddag, voetbalvereniging Velsen-Noord laat asielzoekers meetrainen in ruil voor klusjes. De eerste statushouders gaan op kennismakingsbezoek bij bedrijven.

Zang en dans

In de fietsenrekken staan naast de ov-fietsen van medewerkers steeds meer fietsen en fietsjes van bewoners, en ook het plakbord in de lift wordt steeds voller. Er hangt een lijstje met de ouders die meegaan met de schoolbus, een schema van de sportklassen in de Walvis, de sporthal in Beverwijk. Een aankondiging van zang- en danslessen voor kinderen. En instructies: ’In the interest of hygiene, we ask all residents not to wash their shoes in washing machines.’

Lees ook: Wat merkt Velsen-Noord van Silja Europa? ’De vluchtelingen groeten allemaal als ik met de hond in het park loop’

Wat ook uitmaakt voor de sfeer: er zijn meer kinderen. Er zitten vanaf het begin enkele gezinnen op het schip, maar in de herfstvakantie wordt dat aantal uitgebreid. Nu wonen er zo’n honderd kinderen, van de 960 bewoners. Kinderen in de basisschoolleeftijd gaan sinds begin november naar Het Rinket in Heemskerk, middelbare scholieren kunnen terecht in Castricum. „Kinderen brengen altijd positieve energie”, zegt Anass.

Er klotst inderdaad een golf vrolijkheid en energie het ruim binnen zodra de kinderen ’s middags uit school komen. Eén voor één draaien de witte bussen van Bak Alkmaar de bocht door om voor de poort te stoppen. Kinderen met rugzakjes springen blij de bus uit en rennen op hun mama’s en papa’s af die al klaar staan bij de hekken. Voor sommigen is het hun eerste school, anderen hebben al op andere opvangplekken in Nederland onderwijs gevolgd.

Tolk

Steeds meer bewoners vinden hun rol op de boot. Ouders gaan mee als begeleiders van de bussen met schoolkinderen. Vluchtelingenwerk en het COA schakelen asielzoekers die goed Engels spreken in als tolk. Ook Anass is opgetogen. Een Arabisch sprekende COA-medewerker heeft hem op het spoor gezet van een gordijnenzaak in de buurt. Hij hoopt daar een paar uur per dag te kunnen stage lopen, mits het COA daarvoor toestemming geeft. De bedrijfsleider spreekt net als hij Turks.

Bovendien blijken de A4’tjes met ’IND’ er niet voor niets te hangen. Per 21 november zijn de kantoren operationeel. Anass krijgt zijn eerste gesprek. Hij maakt zo snel mogelijk weer een afspraak met zijn advocaat, in gebroken Google Translate-Nederlands via WhatsApp. Zijn vrouw en oudste dochter in Turkije stuurt hij alvast links naar websites met Nederlandse les. Komen ze straks tenminste enigszins voorbereid in Nederland aan.

Dat wil niet zeggen dat alles vanzelf gaat. Er zijn tegenslagen en incidenten. Een kind loopt brandwonden op door kokend water. Daags erna hangt in de lift een nieuw A4’tje: ’Waterkokers zijn NIET toegestaan op de kamer.” Op het Rinket voert directeur Lyke Seriese een ’Vreedzame school’-gesprek over racisme, nadat ze de avond ervoor een lang gesprek heeft gehad met Hannekes plaatsvervanger: sommige Arabische kinderen op de boot pesten de Colombiaanse kinderen.

„Alles wat in een dorp gebeurt, gebeurt hier ook”, zegt Hanneke. „Als je de hele dag met duizend mensen op een schip leeft, is het niet zo dat iedereen met een aureooltje boven zijn hoofd een engeltje loopt te zijn. We leven met elkaar samen.”

Links, rechts, boem

En passant brengt Lucie de bewoners van het schip wat verkeersveiligheid bij. Kijk links, kijk rechts, herhaalt ze bij elke oversteek. Links en rechts zit er na een uurtje trandelen goed in. Aan de línkerkant van het fietspad lopen, wijst ze. Dan kan ik de fiets zíen – wijst op haar ogen, naar de weg. Als ik zó sta – draait zich om, dan, boem! Haar leerlingen slurpen alle informatie met grote ogen op.

Als er even later op het smalle weggetje naar de volkstuinen een auto achterop komt, is ’pas op, auto!’ genoeg om iedereen tijdig naar de kant te laten stuiven. Op het terrein spellen ze bordjes met namen en nummers. Een volkstuinbezoeker draait zijn autoraampje naar beneden om Lucie te begroeten.

Goede buren

Het zijn kleine stappen. Nog steeds heeft het merendeel van de bewoners géén Nederlandse les, en nog steeds bestaat het grootste deel van hun dagbesteding uit slapen, eten en vooral wachten. Ook in het dorp zijn niet alle spanningen verdwenen. „Er zijn buurten waar ik niet heenga met trandelen”, vertelt Lucie. „Tegen mensen die negatief doen, zeg ik: jij hebt jouw mening, laat mij ook de mijne.”

De lokale partij LGV vertrouwt de compensatieregeling voor Velsen-Noord niet en is boos over de walstroom, die eind december nog in testfase is.

Lees ook: Asielboot Velsen-Noord eindelijk aan walstroom: ’Aansluiting duurde langer dan voorzien’

Toch is het een verademing in vergelijking met de eerste weken, die vooral in het teken stonden van wat er allemaal níet kon op en om het schip. De Velsen-Noorder die op de inloopavond nog vreesde voor de veiligheid van zijn dochters, moet nu toegeven dat hij weinig meer van de bootbewoners merkt dan dat ze soms langslopen en vriendelijk goedendag zeggen. In het wekelijkse veiligheidsoverleg wordt geconcludeerd dat er eigenlijk geen noemenswaardige incidenten zijn tussen bewoners van schip en dorp.

De klankbordgroep komt steeds minder bij elkaar; er is toch weinig te bespreken. „Mensen beginnen ons echt te zien als goede buurman, en niet als vervelende buitenlander”, zegt Hanneke.

Net nu de buren elkaar een beetje leren kennen, moeten ze zich al bijna weer opmaken voor de volgende verhuizing. Uiterlijk 1 maart moet het schip weg. Anass en zijn lotgenoten worden dan opnieuw verscheept, met onbekende bestemming.

Bewoonster Rabeha Kadaa: Geen toekomst in Libanon

Rabeha© Marcel Molle

Rabeha Kadaa (28) drukt op een knop en het rolluik van de kinderspeelruimte kruipt omhoog. ,,Kinderen vinden dit fantastisch", glimlacht ze. Ze neemt plaats achter de balie van het kleurige zaaltje. Rabeha werkt hier 25 uur per week, samen met andere bewoonsters van het schip. Voor hun inspanningen krijgen ze 14 euro extra per week, bovenop het leefgeld van 12 euro. Maar ze doet het vooral om haar tijd niet loos te besteden. Op haar vrije ochtenden gaat ze op de fiets naar een sportschool naar Beverwijk.

Rabeha ontvluchtte Syrië nadat ze binnen een jaar de moord op haar vader en ontvoering van haar toenmalige werkgever van nabij had meegemaakt. Ze verhuisde eerst met haar echtgenoot, die ze in Damascus had leren kennen, naar Libanon, maar zag daar geen toekomst. Toen haar broertje aankondigde dat hij naar Europa zou proberen te reizen, besloot ze mee te gaan. Haar man bleef achter. ,,Ik houd heel veel van hem, maar hij zou zo'n tocht niet aankunnen." Zij hoopt dat hij haar naar Nederland kan volgen als zij eenmaal een verblijfsvergunning heeft.

Burgemeester Frank Dales: ’Nee’ was geen optie

Burgemeester Dales van IJmuiden© Marcel Molle

Als Frank Dales wordt gebeld met het verzoek een aanlegplek te zoeken voor een groot opvangschip, zegt hij meteen ja. „Ik had heel simpel het idee: dat schip kunnen wij wel in de haven van IJmuiden kwijt”, vertelt hij in zijn lichte kantoor in IJmuiden. Dat viel tegen. Alle mogelijke aanlegplaatsen vielen af, tot alleen de offshore-kade van Velsen-Noord overbleef ’als laatste puzzelstukje’. Toch was nee geen optie. Hij had de beelden gezien van mensen die buiten moesten slapen in Ter Apel, en spreekt er schande van dat slechts twee van de acht gemeenten gehoor gaven aan de oproep.

Hij kan zich voorstellen dat Velsen-Noorders zich overvallen voelen, maar wijt dat aan de crisissituatie. „Dit is allemaal onder stoom en kokend water tot stand gekomen, ik had ook liever gehad dat er gewoon een regulier proces was geweest.” Een gunstige bijkomstigheid van alle ophef rond het schip, is volgens de burgemeester dat er meer oog is gekomen voor Velsen-Noord en de Velsen-Noorders. „Het is niet zo dat ze nooit iets kregen, maar er zijn de afgelopen jaren mensen en daarmee ook voorzieningen vertrokken. Ik kan me voorstellen dat je dan als inwoner denkt: hoe laag kunnen we gaan.”

Behalve een ongekend aantal hatelijke reacties op het besluit het asielschip toe te laten, krijgt Dales ook schouderklopjes van inwoners – letterlijk, toen hij laatst met zijn dochter de bouwmarkt uitstapte. Hij is ’trots op de mensen in Velsen-Noord die niet in hun loopgraven blijven maar nu ook zeggen: het valt best wel mee’.

Raadslid Leo Aardenburg: Die boot was de druppel

Leo Aardenburg© Marcel Molle

Vanuit zijn bloemenstal aan de Wijkerstraatweg, de centrale winkelstraat van Velsen-Noord, ziet Leo Aardenburg alles aan zich voorbij trekken. Armoede, vervuiling, sociale verloedering. Hij woont zelf in een wijk met 57 nationaliteiten. ,,Die boot was de druppel, die kunnen we er niet bij hebben", zegt hij. ,,Het gaat niet om die mensen, het gaat erom dat Velsen-Noord al generatie op generatie wordt vergeten. Al tientallen jaren worden er ontwikkelingsplannen voor het dorp gemaakt en aangenomen, en van de uitvoering komt niets terecht." Zijn partij LGV diende in de Velsense gemeenteraad een informatieverzoek in naar de besluitvorming rondom het schip. Aardenburg vreest dat de financiële compensatie voor de komst van het schip, wederom niet in zijn dorp terechtkomt. ,,Het college heeft het over de spitspont, de averijhaven en het vergroenen van Tata", zegt hij. ,,Wat ons betreft, zouden ze het over een groot ontwikkelingsplan voor Velsen-Noord moeten hebben."

Op de Wijkerstraatweg is het tot nu toe rustig gebleven, moet hij toegeven. ,,In het begin zijn er wat kleine incidenten geweest, maar die zijn snel opgelost." Toen zich rijen vormden bij de apotheek die maar een paar uur per dag open is, werd geregeld dat medicijnen voortaan vanuit de hoofdapotheek in Beverwijk naar het schip kwamen. ,,Inwoners van Velsen-Noord blij, bewoners van de boot blij, dat ene vrouwtje in de apotheek blij." Toch blijft hij de gebeurtenissen rondom het schip nauwlettend in de gaten houden. ,,Elke dag die goed gaat, hang ik de vlag uit", zegt Leo Aardenburg. ,,Het is nog geen 1 maart. Pas als de scheidsrechter afgefloten heeft, weet ik de stand."

Bewoners Hozan, Hala en Aram: Heftigste jaar van mijn leven

Hozan, Hala en Aram© Marcel Molle

Trotse ouders Hozan Adlo (27) en Hala Mukhtar (23) zitten stralend aan weerszijden van hun zoontje Aram. Zijn houten ledikant staat naast hun tweepersoons bed in de krappe hut. Ze waren eerst op het cruiseschip Galaxy in Amsterdam geplaatst, maar ze zijn blij dat ze hierheen konden komen. Hozans zus en zijn broer met gezin waren al vanuit Ter Apel op het schip in Velsen-Noord gebracht. De gezinnen vluchtten samen uit het Iraakse Erbil. Hala en Hozan zijn Syrische Koerden uit Afrin, dat in 2018 door milities met steun van Turkije werd ingenomen. Hozan was toen het land al ontvlucht om te ontkomen aan dreigende rekrutering door achtereenvolgens het Syrische leger in Aleppo, waar hij studeerde, en de Koerdische rebellengroepen die toen de macht hadden in Afrin. ,,Ik kan en wil geen wapens dragen”, zegt hij. Samen met zijn broer, die als eerste de oproep kreeg, vluchtte hij naar Erbil, een stad in het Koerdische noorden van Irak.

Drie jaar later trouwde hij met Hala, een meisje uit zijn geboortedorp dat in eerste instantie met haar ouders naar Aleppo was gevlucht. Toen mede door corona hun levensonderhoud wegviel, besloten ze Irak te verlaten. Hun zoontje was net geboren. ,,We hadden meteen besloten: als we gaan, gaan we samen”, zegt Hala. ,,Aram was zo klein. Als Hozan alleen zou gaan, zou Aram minstens drie zijn tegen de tijd dat we in aanmerking komen voor gezinshereniging. Dan zou hij zijn vader niet meer herkennen, en dat zouden we onverdraaglijk vinden.” Met zijn zoontje in een draagzak beklom Hozan de bergen in het naburige Iran.

Ze waren van plan Europa door te trekken naar Nederland, maar werden tot hun grote schrik in Griekenland gearresteerd en in de gevangenis gezet. Een maand zaten ze in een gesloten kamp. Toen ze midden in de winter met kleine kinderen op straat werden gezet, namen ze noodgedwongen hun intrek in weer een ander kamp, tot ze alsnog konden doorreizen naar Nederland. ,,Dit was het heftigste jaar van mijn leven”, zegt Hala.

Bewoonster Zahra Hassan vindt langzamerhand haar weg

Zahra Hassan (39) ontvluchtte niet het politieke systeem in haar geboorteland Tsjaad, maar haar wraakzuchtige ex-man. Na de dood van haar vader was zij met haar moeder en broertje en zusje naar Saoedi-Arabië verhuisd. Daar trouwde zij met een landgenoot, met wie ze een dochtertje kreeg. Toen zij van hem wilde scheiden, dreigde hij haar iets aan te doen. Met tranen in haar ogen vertelt Zahra dat haar broer, die ook in Saoedi-Arabië woonde, tijdens een korte reis naar zijn thuisland Tsjaad werd vermoord. Zij vreest dat familieleden van haar ex-man achter zijn dood zaten.

Zij besloot naar Europa te vluchten met een man die ze via internet had leren kennen. Haar dochtertje bleef achter bij haar moeder in Saoedi-Arabië. Zahra en haar nieuwe liefde sloten een islamitisch huwelijk, hij beloofde ook formeel met haar te trouwen zodat zij legaal in Nederland kon blijven.

Eenmaal hier bleek hij geen haast te maken om van zijn eerste vrouw, een Française, te scheiden. Dat was zeven jaar geleden. Toch bleef ze, ook toen hij haar begon te mishandelen. Ze kon geen kant op - met haar vertrek had ze haar visum voor Saoedi-Arabië opgegeven, en haar ex zou haar ook in Tsjaad blijven achtervolgen.

Toen deze zomer bleek dat haar man achter haar rug om nog met een derde vrouw was getrouwd, een piepjonge Tsjadische, was voor Zahra de maat vol. Ze liep weg en kwam via de politie in Ter Apel terecht, tot ze werd overgeplaatst naar het schip in Velsen-Noord. Hier vindt ze langzamerhand haar weg, ze werkt in de speelzaal en helpt anderen met het invullen van formulieren. Maar ze slaapt slecht en maakt zich zorgen dat haar asielaanvraag wordt afgewezen en ze op straat terechtkomt. Bovendien voelt ze zich schuldig over de dood van haar broer.

Vrijwilligers Han en Adrie: dat er iemand luistert helpt al

Han Dalmijn en Adrie Lute© Marcel Molle

De meest gestelde vraag aan de balie van VluchtelingenWerk kunnen de vrijwilligers niet beantwoorden: hoe gaat het met mijn asielprocedure? ,,Het is chaos, ze hebben gewoon de mensen niet bij de IND", zegt Han. ,,We kunnen de procedure niet versnellen, maar soms helpt het ook al dat er iemand luistert."

Toen gepensioneerd bankier Han Dalmijn (74) in deze krant de berichten over het asielschip las, raakte hij geïntrigeerd. Met even googelen vond hij een vrijwilligersvacature bij VluchtelingenWerk, dat asielzoekers, vluchtelingen en statushouders ondersteunt met allerlei kwesties. Zijn juridische achtergrond komt soms van pas in gesprekken met advocaten of instanties.

Han en zijn collega Adrie geven, met de hulp van bootbewoners die vrijwillig tolken naar hun eigen taal, informatiebijeenkomsten over de IND-procedures. Adrie Lute (68) komt uit Castricum en hielp na zijn pensioen al met taalles in Den Helder. Sinds kort geeft hij twee groepen vrijwillige tolken op het schip wekelijks Nederlandse les. ,,Ik vind tussen kerst en oud en nieuw een extra les doen prima hoor", zegt Adrie tijdens de middagvergadering. ,,Juist als het op de boot rustig is, kan ik even doorpakken."

Meer nieuws uit IJmond

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.